Iran niet onder indruk van nieuwe sancties
Iran heeft woensdag gelaten gereageerd op het nieuws dat de vijf permanente leden van de VN–Veiligheidsraad overeenstemming hebben bereikt over nieuwe sancties tegen Teheran, omdat het land niet stopt met uraniumverrijking.
Vicepresident Ali Akbar Salehi, tevens hoofd van de Iraanse Atoomenergie Organisatie, zei dat de grootmachten zichzelf „ongeloofwaardig" maken, als ze de sancties juist nu doorzetten. Iran bereikte maandag een akkoord met Brazilië en Turkije over de nucleaire kwestie. De drie landen stelden dat de overeenkomst juist een eerste stap kan zijn naar vermindering van de spanningen tussen Iran en het Westen.Een naaste medewerker van president Mahmoud Ahmadinejad zei dat de ontwerpresolutie „geen enkele legitimiteit" heeft, terwijl minister van Buitenlandse Zaken, Manouchehr Mottaki, liet weten de ontwerpresolutie „niet serieus te nemen".
De Iraniërs kwamen met Brazilië en Turkije overeen om 1200 kilo laagverrijkt uranium in Turkije te deponeren. In ruil daarvoor zou het Westen Iran 120 kilo hoogverrijkt uranium moeten leveren geschikt voor een onderzoeksreactor in Teheran. Een soortgelijke deal was vorig jaar door de permanente leden van de Veiligheidsraad en Duitsland aan Iran gedaan, maar toen ging dat land niet akkoord.
Indien de vijftien leden van de Veiligheidsraad instemmen met nieuwe strafmaatregelen, is dat de vierde keer sinds december 2006. Als de resolutie wordt aangenomen, mogen landen voortaan geen tanks, gevechtsvliegtuigen en oorlogsschepen meer aan Iran leveren. Ook wordt het Iraanse bankwezen aangepakt. Verder worden tegoeden van bepaalde leden van de Revolutionaire Garde bevroren en krijgen zij een reisverbod opgelegd. Ten slotte moet het mogelijk worden schepen te inspecteren die ervan worden verdacht nucleair en conventioneel wapenmateriaal naar Iran te vervoeren.
Er is maanden over de ontwerpresolutie onderhandeld. Het Westen pleitte voor nog zwaardere sancties, maar daar stemden Rusland en China niet mee in. Die beide landen hebben grote economische belangen in Iran. De Chinese ambassadeur bij de VN, Li Baodong, verklaarde dat de sancties Teheran moeten terugbrengen naar de onderhandelingstafel. De strafmaatregelen moeten „de gewone handel niet treffen", zei hij.