Defensie: geen onderscheid vecht- en vredesmissie
DEN HAAG (ANP) – In een nieuwe versie van de landmachtdoctrine wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen vredesoperaties en vechtmissies. De herziening van de doctrine uit 1996 gaat ervan uit dat Nederlandse militairen tijdens een missie doen wat de situatie vereist, of dat nou vechten, praten, verzorgen of het bouwen van een brug is.
„Vergelijk het met het werk van de brandweer”, zegt een woordvoerder van de landmacht. „Die moet blussen, mensen redden en slachtoffers helpen. Dat gebeurt allemaal tegelijk”.De oude doctrine ging nog uit van verschillen in wederopbouw, vredeshandhaving of een aanvalsmissie. In de nieuwe doctrine zijn die verschillen er niet meer. Belangrijk daarvoor waren de ervaringen de afgelopen zeven jaar bij operaties in Irak en Afghanistan. Militairen deden in de realiteit vaak al wat de nieuwe doctrine nu voorschrijft.
De defensiedoctrines worden normaal gesproken eens in de tien jaar herschreven. De beschrijving staat los van het Handvest van de Verenigde Naties, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen vredeshandhaving en vredesafdwinging. Voor Defensie blijft dat een politieke discussie over het mandaat van een missie.
De nieuwe doctrine geldt voor defensie–operaties op land en wordt ook verstrekt aan militairen van de andere krijgsmachtdelen, zoals de mariniers, die deelnemen aan missies als die in Afghanistan.