VN unaniem achter voedselhulp Irak
De vijftien leden van de VN-Veiligheidsraad keurden vrijdag unaniem de hervatting goed van het olie-voor-voedselprogramma voor Irak. Dit programma werd eerder deze maand opgeschort, toen de VN alle medewerkers uit Irak terugtrokken wegens de oorlogsdreiging.
Volgens het olie-voor-voedselprogramma mag Irak olie verkopen, zolang de opbrengsten maar gebruikt worden voor de bevolking. In het kader van dit programma bestelde Bagdad voor 10 miljard dollar aan goederen. Een kwart daarvan was bestemd voor voedingsmiddelen. Deze goederen mogen nu geleverd worden „als de situatie ter plaatse dit toestaat.” Ongeveer 60 procent van de Iraakse bevolking is volledig aangewezen op VN-voedselhulp.
De resolutie legt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het programma voor de komende 45 dagen bij VN-secretaris-generaal Kofi Annan.
De diplomatieke vraag was met wie Annan de hulp moet regelen, met Bagdad of met de Amerikanen en Britten? Vooral Moskou en Syrië drongen erop aan het invasieleger niet te bestempelen als de verantwoordelijke autoriteiten, omdat dit een goedkeuring achteraf zou betekenen van de invasie waartegen men zich had verzet.
De resolutie verwijst nu naar het vierde protocol van de Conventie van Genève, waarin sprake is van de verantwoordelijkheden van een „bezettende macht.” De Amerikanen hadden hier enige moeite mee, omdat zij zichzelf beschouwen als de ’bevrijders’ van Irak, maar Washington ging uiteindelijk akkoord.
Kofi Annan reageerde vrijdag positief op de unanimiteit van de Veiligheidsraad, die de afgelopen weken zo bitter verdeeld was over de kwestie Irak.
Los van de hervatting van de hulp aan Irak via het olie-voor-voedselprogramma heeft het Wereld Voedselprogramma (WFP) van de VN in Rome gevraagd om 1,3 miljard dollar voor directe voedselhulp voor de Iraakse bevolking. Deze hulp valt binnen het kader van een totaal hulpprogramma van 2,2 miljard dollar. Deze hulp is ook bedoeld voor Iraakse vluchtelingen die voor het oorlogsgeweld uitwijken naar omringende landen.
„Wij hopen de komende zes maanden minstens 1,6 miljoen ton aan voedselhulp te verschepen”, aldus WFP-directeur James Morris vrijdag.