Buitenland

Discussie in VS over Joodse betrokkenheid bij oorlog

Democratisch afgevaardigde James Moran uit Virginia sprak enkele weken geleden tijdens een partijbijeenkomst uit wat sommige Amerikanen al enige tijd minder luid suggereren. „Zonder de druk van de Joodse gemeenschap zou het nooit tot een oorlog tegen Irak gekomen zijn”, aldus Moran.

Koen Corver
28 March 2003 22:10Gewijzigd op 14 November 2020 00:14

De kritiek liet niet lang op zich wachten. Prominente partijgenoten schoten terug. „De opmerking van collega Moran is beneden elk peil”, meende de fractievoorzitter van de Democraten in de Senaat, Tom Daschle. De zorg van de partijleiding van de Democraten is begrijpelijk, want Amerikaanse Joden stemmen gewoonlijk in meerderheid op de Democraten. Deze bevolkingsgroep beschuldigen van een ’geheime agenda’ ten gunste van Israël zou deze steun in gevaar kunnen brengen.

Belangrijker dan partijpolitieke overwegingen is echter de vraag naar de oorzaak van de opmerking van Moran. In The New York Times -Joods eigendom- schreef Bill Keller dat men objectief naar de opmerking van Moran moest kijken. „De mening die James Moran verkondigt, is wijder verbreid dan men zou denken, niet in de laatste plaats omdat er een kern van waarheid in zit”, meende Keller.

Theorie
Wat Keller onder andere ziet als kern van waarheid is het feit dat verschillende Joden in de regering van Bush -plaatsvervangend ministers van Defensie Wolfowitz en Feith, Defensie-adviseur Perle, Elliot Abrams, die in de nationale veiligheidsraad verantwoordelijk is voor het Midden-Oosten, en chef-staf Lewis Libby van vice-president Cheney- allen mensen zijn die al jaren pleiten voor verandering van regime in Irak als onderdeel van een bredere oplossing voor het Midden-Oosten en de Israëlisch-Palestijnse kwestie in het bijzonder.

Daarover wordt overigens niet alleen in de VS nagedacht. Voormalig adviseur van Israëls premier Benyamin Netanyahu, Uzi Arad, heeft met medewerkers van Israëls Institute of Policy and Strategy onderzoek gedaan naar het antwoord op de vraag wat naties tot oorlog drijft. Daarbij kwam Arad tot de conclusie dat democratische landen andere landen niet aanvallen. Met deze vaststelling was de theorie van de ”democratische vrede” geboren. Creëer democratie en de vrede volgt automatisch

Deze theorie sprak niet alleen Netanyahu aan, maar ook verschillende Republikeinen die in 1996 een memo schreven voor Netanyahu over de Amerikaans-Israëlische betrekkingen in het kader van de algemene situatie in het Midden-Oosten. Hierin was ook sprake van verandering van regime in Irak. Feit is echter dat de meeste Israëliërs eerder Iran dan Irak als het grootste gevaar in hun regio zagen.

Verdeeld
De eerlijkheid gebiedt erop te wijzen dat eerdergenoemde Republikeinse politici in 1996 hoegenaamd geen invloed hadden op de Democratische regering van Clinton. Niettemin was er toen in Washington ook al sprake van verandering van regime in Irak, zij het dat het bij praten bleef. Daarin kwam niet veel verandering bij het aantreden van de Republikeinse regering van Bush, tot de aanslagen in New York en Washington op 11 september 2001. Toen werd de wereldwijde jacht geopend op terroristen en -citaat Bush- „op de landen die deze terroristen helpen en onderdak bieden.” Kort daarop stond Irak bovenaan de lijst.

Was hier sprake van onevenredige invloed van Joodse groepen? De Joodse gemeenschap in Amerika reageert verdeeld op deze bewering en trouwens ook op de oorlog tegen Irak. „Bijna alle kerken en andere religieuze groeperingen hebben zich tegen deze oorlog uitgesproken. Wij zijn echter sterk verdeeld en dat komt zeker ook door Israël. Is de oorlog goed of slecht voor Israël? Sommige Joden juichen een democratisering in het Midden-Oosten toe, anderen vrezen echter dat de Amerikaans-Britse invasie tot meer moslimextremisme zal leiden, waarvan Israël de dupe wordt”, vertelt Hannah Rosenthal van de Jewish Council for Public Affairs.

Volgens een opiniepeiling van het onderzoeksinstituut PEW steunt 52 procent van de Amerikaanse Joden de oorlog tegen Irak. Dat is beduidend minder dan het landelijk gemiddelde van 70 procent. „Wij zijn verdeeld en je kunt zeker niet zeggen dat dé Joodse gemeenschap in Amerika heeft aangedrongen op deze oorlog. Ik weet het, er zitten in deze regering verschillende prominente pleitbezorgers voor actie tegen Irak die van Joodse afkomst zijn, maar dat betekent nog niet dat alle Amerikaanse Joden daarachter staan”, meent rabbi David Ellenson van het Hebrew Union College in Ohio.

Discussie
Veel Joden zijn volgens Ellenson voor verandering van regime in Irak en voor democratisering van het Midden-Oosten, maar zij geloven niet dat zo’n ontwikkeling met militair geweld is af te dwingen.

Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell heeft in het Huis van Afgevaardigden ten stelligste ontkend dat de oorlog tegen Irak geïnspireerd zou zijn „door een kleine groep invloedrijke fanatiekelingen, zoals wel wordt beweerd.”

Wel benadrukte hij dat de algemene democratisering van het Midden-Oosten volgens de regering-Bush de langverwachte oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict binnen handbereik brengt. Geen Joodse samenzwering dus volgens minister Powell, maar de discussie over dit gevoelige onderwerp zal voorlopig niet verstommen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer