Rutte scheidt geloof en politiek
De VVD doet het goed in de peilingen. Dik 30 zetels zou de partij krijgen als er nu verkiezingen zouden plaatshebben. Rutte is de held. Wie is deze partijleider die gelooft in God, maar voluit liberaal is? Een portret in zes steekwoorden.
Rutte is een aartsoptimist, een positivo. In juli 2008 staat de partij, die nu 21 vertegenwoordigers heeft in de Tweede Kamer, op zo’n 15 zetels in de peilingen. En wat zegt Rutte in die tijd in Vrij Nederland? „De kranten hebben uitvoerig over onze neergang bericht. Maar ik voorspel dat straks het nieuws zal zijn dat we weer in de lift zitten. Daar ben ik heilig van overtuigd.”De misère in de partij is al gaande in 2005 als vicepremier Zalm en fractievoorzitter Van Aartsen beiden het politieke leiderschap van de partij naar zich toe willen trekken. Het opstappen van VVD-Kamerlid Wilders in september 2004 achtervolgt de partij op dat moment nog steeds.
Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2006 vertrekt Van Aartsen onverwacht. Vervolgens breekt er een onverkwikkelijke strijd uit tussen Rutte en Verdonk om het lijsttrekkerschap. Rutte wint nipt, maar Verdonk legt zich er niet bij neer. Uiteindelijk krijgt ze bij de Kamerverkiezingen van november meer voorkeurstemmen dan Rutte. Na veel gekissebis wordt Verdonk in september 2007 uit de VVD-fractie gezet. Het royement van Verdonk pakt slecht uit voor de partij. Op enig moment scoort Verdonk meer zetels in de peilingen dan de VVD, maar Rutte blijft optimistisch.
Momenteel is het tij gekeerd. Trots op Nederland (TON) blijkt niet meer dan een hol vat en staat continu op nul zetels in de peilingen. De economische crisis heeft de VVD ongetwijfeld ook geholpen om erbovenop te komen. Kiezers vinden dat er gesneden moet worden in de overheidsuitgaven. Zelfs het thema integratie en immigratie, waarmee de PVV’er Wilders zich profileert en alle rechtse stemmen naar zich toezuigt, moet het afleggen tegen de maatregelen om de crisis te bestrijden. PVV’ers stappen momenteel massaal over naar de VVD.
Mark Rutte is een politiek talent. Voordat hij zich in het voorjaar van 2006 beschikbaar stelde voor het partijleiderschap begroette toenmalig minister Zalm hem regelmatig met: „Ha talent!” De vraag was toen niet óf Rutte het estafettestokje van Van Aartsen zou overnemen, maar wanneer.
Zalm haalt Rutte in 2002 het kabinet-Balkenende I binnen als staatssecretaris van Sociale Zaken. Als staatssecretaris Nijs van Onderwijs opstapt, neemt Rutte haar plaats in. De VVD-top wil de jonge liberaal een brede vorming geven.
Rutte is een socialistenhater. „Ik erger me mateloos aan de PvdA”, zegt hij in een interview met deze krant. Die afkeer van de PvdA is nog onverminderd groot. Na het verschijnen van het bericht dat de drie paarse partijen, PvdA, VVD en D66, voor het eerst sinds 2002 weer samen een meerderheid zouden kunnen halen. Rutte is er als de kippen bij om te verklaren dat een nieuwe paarse coalitie niet voor de hand ligt.
Een VVD die streeft naar het sociaalliberalisme van D66, spreekt Rutte totaal niet aan: „Sociaalliberaal vind ik een belachelijke term en voor samenvoeging met D66 voel ik helemaal niets. Ik ben voor liberalisme. De koers moet rechts zijn. Daar kunnen wij kiezers mee winnen.”
Waar Rutte zich ook tegen verzet, is de betutteling die de ChristenUnie naar zijn mening voorstaat. Hij maakt op de VVD-website zelfs een betuttelingsbarometer. De arrestatie van de cartoonist Nekschot is voor Rutte aanleiding om vrijdenkers in een ruimte van de Tweede Kamer de gelegenheid te geven hun pennenvruchten en gedachtespinsels ten toon te stellen. Dat hij, in zijn drang om kunstenaars alle ruimte te gunnen, zegt dat het artikel over godslastering wel uit het Wetboek van Strafrecht mag verdwijnen en dat ontkenning van de Holocaust ook moet kunnen, valt niet bij iedereen in goede aarde.
Rutte is muzikaal. Aanvankelijk wil hij graag concertpianist worden. Dat lukte niet. „Daarvoor heb ik helaas onvoldoende talent”, zo erkent hij. Pianospelen blijft wel de grote hobby van de liberaal, die van klassieke muziek houdt. Bijna dagelijks kruipt hij achter zijn instrument. Ook is hij een fan van de Ierse popgroep U2, die volgens sommigen bestaat uit christenen. In ieder geval zetten de bandleden zich mede in voor hulpbehoevende naasten, onder wie aidspatiënten.
Ook Rutte stelt een deel van zijn tijd belangeloos beschikbaar. Geregeld staat hij voor de klas om maatschappijleer te geven. Hij zoekt in Amsterdam en Den Haag vooral scholen op met veel allochtone leerlingen. Zijn bedoeling is om deze jongeren te stimuleren hoger onderwijs te gaan volgen. Soms is hij even diskjockey, om geld in te zamelen voor goede doelen.
Rutte vindt het belangrijk om naast zijn werk in de politiek andere dingen te doen. „Wat je ook doet, doe iets naast je werk wat je leuk vindt en wat je energie geeft.” Rutte doet dat zelf ook, zo laat hij in het Algemeen Dagblad van december 2007 optekenen: „Als ik mezelf moet opladen, ga ik muziek luisteren of pianospelen. Wat ik ook iedereen kan aanraden: afspreken met vrienden. Zelf vind ik het heerlijk om te gaan stappen met mensen die niets met de politiek te maken hebben.”
Zou de vrijgezelle Rutte daarom ook elke week een keer bij zijn moeder eten? Zij kijkt volgens hem „met enige afstand naar mijn verrichtingen als politicus.”
Rutte is fanatiek. „Ik heb een adrenalineprobleempje”, zegt hij daar zelf over. De keerzijde daarvan is dat hij soms driftig kan worden. Naar verluidt kreeg het inmiddels teruggetreden Kamerlid Boekestijn nog geen anderhalf jaar geleden fors de wind van voren toen die in een onbewaakt ogenblik –terwijl hij dacht dat de cameramicrofoon dicht stond– zei dat de VVD enorme fouten heeft gemaakt, dat D66-voorman Pechtold alles goed doet en dat Rutte geen ideeën heeft. „Dat is schokkend hoor”, aldus Boekestijn. Laatstgenoemde gaat stevig door het stof. Nadat hij enkele maanden later lekt uit een gesprek met koningin Beatrix moet hij alsnog het veld ruimen.
De liberaal noemt zichzelf een gelovige. In deze krant zegt hij daarover: „Ik ga weliswaar niet elke zondag naar de kerk, maar ik vind het wel belangrijk om met die dingen bezig te zijn. Ik heb dat meegekregen vanuit mijn opvoeding. Daar ben ik dankbaar voor, zij het dat ik wel eens twijfel of God bestaat. Het geloof blijft een worsteling voor mij.”
In De Pers verklaarde hij heel goed het verschil te weten tussen de protestantse traditie enerzijds en de rooms-katholieke en anglicaanse traditie anderzijds als het gaat om de vermeende verandering van bloed en wijn tijdens de avondmaalsviering. Sprekend over de kerk zegt hij: „Ik ben gelovig en zou er vaker willen komen. Ik ga bijna alleen in het buitenland. In Zwitserland naar de English Church, met mensen uit de hele wereld, hartstikke leuk. Tot ze het lichaam van Christus gaan opeten, dan hè. Dan ben ik weg, want ik ben keurig hervormd.”
Rutte is er persoonlijk verantwoordelijk voor dat in de beginselverklaring van de VVD staat dat Nederland mede is gevormd door de joods-christelijke traditie. Hij weet daarbij haarscherp het verschil met de islam aan te geven. „De christelijke waarden wortelen allemaal in de joodse traditie. Die twee geloven onderscheiden zich fundamenteel van bijvoorbeeld het islamitische geloof. Uit het joods-christelijke gedachtegoed komt de scheiding tussen kerk en staat voort en het concept van de vergeving. Vergeving tref je in de islam niet aan.” Daarom voegt de islamitische cultuur volgens Rutte niets wezenlijks nieuws toe aan de onze, zo zegt hij in De Pers.
Rutte groeit op in een gezin waar moeder afwisselend PvdA en VVD stemt. Vader komt uit een hervormd nest met een AR-achtergrond. „Ik kreeg het liberalisme niet met de paplepel ingegoten, maar toen ik vijftien, zestien jaar was, leidde Wiegel de VVD. Hij trok me over de streep.”
Ondertussen is Rutte een liberaal van het zuiverste water. Als het gaat over de medische ethiek, gelijke behandeling en ander gevoelige thema’s is Rutte een man die niet alleen het principe van scheiding tussen kerk en staat aanhangt, maar ook de scheiding tussen geloof en politiek praktiseert.
Levensloop Rutte
- geboren op 14 februari 1967 te ’s-Gravenhage.
- studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden tot 1992.
- voorzitter van JOVD (jongerenorganisatie VVD) van 1988 tot 1991.
- diverse humanresourcesfuncties bij Unilever van 1992 tot 2002.
- staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2002 tot 2004.
- staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2004 tot 2006.
- politiek leider en voorzitter VVD-fractie Tweede Kamer vanaf mei 2006.