Gemaal Mastenbroek weer op stoom
Het stoomgemaal Mastenbroek is na een jarenlange restauratie hersteld. Zaterdag komt er tijdens de Nationale Molen- en Gemalendag weer stoom uit de stenen pijp van het gemaal uit 1856. „Het is een machtig gezicht om deze stoomreus in werking te zien.”
Op de slingerende Kamperzeedijk vlak voor het naar deze weg genoemde plaatsje is vanuit de richting van Genemuiden de stenen pijp van het stoomgemaal al van ver te zien. De opvallende verticale streep siert al sinds 1856 het landschap van de weidse polder Mastenbroek.Voorheen werd de polder met molens drooggehouden. Om deze beter te bemalen, waren nieuwe molens nodig. In januari 1855 nam het dijkbestuur het voorstel van twee vooruitstrevende ingenieurs over om geen molens, maar het eerste stoomgemaal buiten Holland te bouwen.
„Dit is een van de oudste van het land. Het is klein maar origineel en werkt nog precies zoals ze het in 1856 bedacht hebben. Een unieke machine”, zegt Leslie Sisouw de Zilwa, voorzitter van de stichting Oude Stoomgemaal Mastenbroek. Het gemaal verkeert nu in uitstekende staat. Dat er zaterdag weer rook uit de schoorsteen komt, was in 1980 niet te bedenken. Toen verkeerde het gemaal na bijna twintig jaar niet te zijn gebruikt in slechte staat.
Nadat het gemaal in 1961 buiten gebruik was gesteld omdat er een nieuwe gemaal was gebouwd, dreigde lange tijd sloop. „De laatste machinisten hebben in hun vrije tijd ervoor gezorgd dat de machine geregeld geolied werd en dat ruitjes die stuk waren, vervangen werden. Zo is de periode tot 1980 overbrugd.” In dat jaar besloot de provincie Overijssel een stichting te vormen met als doel het gemaal te restaureren. Vanaf 1984 draaide de machine weer.
De stoommachine kon weer een tijd vooruit, maar begin deze eeuw bleek opnieuw een ingrijpende reddingsactie noodzakelijk. Rond 2002 werden er grote scheuren in de muren van het stenen gebouw geconstateerd. Het was ook rond die tijd dat een oud-directeur van de bij Zwolle gelegen IJsselcentrale voorzitter werd van de stichting.
„Het gemaal bleek te verzakken”, zegt Sisouw de Zilwa. Oorzaak was de schommelende en verder gedaalde waterstand. Doordat de koppen van de ruim 300 houten funderingspalen beurtelings droog en onder water stonden, begonnen ze te schimmelen. „Het eerste plan was om de hele machine te verplaatsen op een nieuw fundament. Maar dat bleek een te groot risico voor het pand.” Daarom zijn om het stoomgemaal damwanden geslagen, zodat het pand nu als het ware in een badkuip staat met een constante waterhoogte.
Vervolgens moest ook het ruim 150 jaar oude pand zelf worden gerestaureerd. De 25 meter hoge schoorsteen is opnieuw gevoegd, houtwerk is vervangen en het gemaal is ook vanbinnen helemaal opgeknapt. „Een keer of acht per jaar is het stoomgemaal in volle glorie te zien. Als het gemaal eenmaal in beweging is, kan ik daar naar blijven kijken.”