„Ze meent het als ze zwaait en lacht”
Een smalle straat met aan beide kanten eenvoudige rijtjeshuizen én geparkeerde bolides. Wat vinden de bewoners van de Prinses Beatrixstraat in Oud-Beijer-land van de koningin?
Nr. 3: „Ik heb geen zin te reageren”, zegt een kordate dame. „Ik denk dat u best een ander kunt vinden.” En dicht gaat de deur.Nr. 5: „De koningin? Een rustige, normale vrouw”, vindt mevrouw Bestelaar. „Ik heb de indruk dat Beatrix het nog goed aankan. Ze mag zo langzamerhand wel plaatsmaken voor Willem-Alexander. Maar verder volg ik het koningshuis niet zo goed. Dat is misschien wel slecht van me. U kunt het beter aan mijn cliënten vragen. Ik werk met verstandelijk gehandicapten. Die weten alles van de Oranjes.”
Nr. 11: Mevrouw Van Dongen vindt de koningin „een best mens, maar verder heb ik er niet zo’n mening over. Daar laat ik het bij.”
Nr. 23: Staat te koop.
Mevrouw ’t Jong met boodschappentas passeert. „De koningin doet het goed; niet te opvallend. Ze mag nog wel een poosje blijven. In 1989 is ze in Oud-Beijerland geweest. Toen was het echt feest hier. Of het een speciaal gevoel geeft, de koningin in levenden lijve zien? Natuurlijk, net als bij alle bekende Nederlanders. Kok en zo.”
Nr. 29: „Ik sta niet zo stil bij het koningshuis”, bekent mevrouw Groenendijk. „Ik heb er niks op tegen, maar ik er ook niks mee. Van mij mag de koningin aftreden: haar zoon wordt ook al wat ouder. Eigenlijk vind ik de jonge Oranjes interessanter. Die staan qua leeftijd dichter bij ons. Willem-Alexander en Máxima hebben drie dochters, net als wij.”
Nr. 62: Aan de overkant van de straat woont mevrouw Lagerwerf. „Beatrix mag van mij blijven. Willem-Alexander is jong en moet nog een hoop leren. Z’n moeder is een verstandige vrouw, maar wat christelijkheid betreft zou het wel een beetje beter kunnen. Ze gaan overal maar naartoe op zondag.” Haar koffievisite, mevrouw Van der Veer, verschijnt in de deuropening: „Willem-Alexander is nog een beetje speels, maar ik houd van het koningshuis. Door dik en dun. Ik vind het flink dat de koningin dit jaar op de oude voet doorgaat op Koninginnedag, ondanks de verschrikkelijke gebeurtenissen vorig jaar in Apeldoorn. Ze heeft onze steun juist nu nodig. Laten we het maar in Gods handen geven.”
Nr. 58: De bel is nog maar net gegaan of de deur zwaait open. „Kom even binnen; ik ben spullen aan het uitzoeken voor de oranjebeurs.” Mevrouw Groeneveld wijst naar de vele dozen in de woonkamer: op de grond, op de tafel, op de bank, in de stoelen. „Kijkt u ook maar even in de slaapkamer; daar staat nog meer. Morgen ga ik naar Buren, naar de ruilbeurs. Ik verzamel alles wat los en vast zit: lepels, bekers, boeken, vingerhoedjes. Als het maar met het Oranjehuis te maken heeft.”
Ze wijst naar een foto aan de muur: „De koningin is op het dorp geweest. Ik heb haar een hand gegeven en een cadeautje: een borduurwerk met het wapen van Oud-Beijerland. Daar, links op de foto, naast de koningin, dat ben ik.” Ondanks haar vurige Oranjeliefde vindt Groeneveld dat het mooi is geweest met Beatrix. „Ze kan het beste aftreden nu het nog goed gaat. Als er ineens iets gebeurt en ze móét stoppen, staat alles op z’n kop.”
Nr. 44: „Ik sta achter de koningin, maar het is wel tijd om af te treden”, vindt meneer Nobel. „Of haar zoon klaar is om te regeren, weet ik niet. Ik moet het kort houden, want ik ben ziek.”
Nr. 40: „We hebben een geweldige koningin”, reageert mevrouw Kooijman. „Een schat van een meid. Ze meent het als ze zwaait en lacht. Dat kun je zien. En haar kinderen zijn ook aardig. ’t Is zo langzamerhand wel tijd voor de koningin om te stoppen. Ze is 72. Willem-Alexander kan best al regeren. Maar ja, wat is wijsheid?”
Nr. 38: De schoonzussen Nanette en Janette Mourits –„we worden vaak door elkaar gehaald”– bekijken graag foto’s van het Oranjehuis. „Vooral van de jonge prinsesjes.” En de kroonprins? „Laat die nog maar even van z’n gezin genieten.”
Nr. 24: Jo en Jan Kant komen net thuis. Jo is naar de kapper geweest. Ze vindt de koningin „een warme vrouw. Ze zal ook wel haar eigenaardigheden hebben, maar die hebben we allemaal.” Toen de koningin in Oud-Beijerland was, stond Jo langs de route en blies Jan op z’n bugel. „Ik was lid van de harmonie. We hadden de koningin vaak op televisie gezien, maar in werkelijkheid is het toch heel anders.” Het echtpaar maakt zich zorgen over de Koninginnedagviering in Zeeland. „Als het dit keer maar goed gaat. Er lopen steeds meer gekken rond. Het verloedert als de pieten in Nederland.”
Nr. 20: Mevrouw Van der Heiden is „heel tevreden” over de koningin. „Ze doet het goed, maar ik zou niet met haar willen ruilen. Ik heb veel vrijheid, maar zij?”
Nr. 12: Mevrouw Van Rossum is kritisch. „De koningin mag blijven, Willem-Alexander gaat ook nog wel, maar de rest van de familie, daar heb ik niks mee. De een na de ander van de Oranjes kiest voor het burgerleven. Ze betekenen niets voor het koningshuis, maar kosten wel een hoop geld. En wij moeten bezuinigen. Ja, ziet u, ik ben van de SP.”
*