Bouw ontduikt voor miljoenen aan belasting
De Belastingdienst heeft de afgelopen vier jaar ruim 200 bouwbedrijven betrapt op ernstige fraude. Deze ondernemingen hebben gezamenlijk vermoedelijk voor circa ƒ88,5 miljoen gulden aan belasting ontdoken.
Dat blijkt uit informatie van de Belastingdienst. De dienst stuitte de afgelopen vier jaar 1293 keer op vermoedelijke fraude in de bouw. Ruim duizend zaken werden administratief afgedaan, met een geldboete.
In totaal bleken 214 zaken dusdanig ernstig dat de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) ze verder onderzocht. Tot dusver zijn daarvan 181 dossiers afgerond en doorgeschoven naar het openbaar ministerie voor een verdere gerechtelijke afhandeling. In de meeste gevallen betrof het ontduiking van BTW, loonbelasting en/of inkomstenbelasting.
Twaalf vermeende fraudeurs ontsprongen de dans: hun zaak werd geseponeerd. Tien mensen kregen een schikking aangeboden, terwijl zeventig zaken nog in onderzoek zijn. Het openbaar ministerie heeft tot nog toe 89 zaken voor de rechter gebracht.
Inmiddels heeft dat in 75 gevallen tot een veroordeling geleid. Twee verdachten zijn vrijgesproken, terwijl drie zaken niet-ontvankelijk werden verklaard. Zeker negen dossiers zijn nog in behandeling.
In totaal hebben 75 van de 214 onderzochte gevallen tot een veroordeling geleid. Een woordvoerder van de Belastingdienst spreekt van een „goede score.”
Of belastingontduiking vaker in de bouw voorkomt dan in andere bedrijfstakken, durft hij niet te zeggen. „Het bedrag van ƒ88,5 miljoen is ongeveer 10 tot 15 procent van de door de FIOD vastgestelde belastingontduiking in Nederland. De bouw beslaat in omvang eveneens circa 10 tot 15 procent van het totale bedrijfsleven.”
Openbaarheid
Het ministerie van Financiën gaf gisteren de gegevens vrij nadat RTL Nieuws en de NOS een beroep hadden gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur. Ze deden dat naar aanleiding van de ophef die recentelijk ontstond rondom vermeende omkoopschandalen in de bouw.
De bouwsector ligt de laatste weken fors onder vuur, omdat bedrijven onderling illegale prijsafspraken zouden maken.