Meer geweld in Irak door politieke impasse
De politieke impasse in Irak heeft geleid tot de recente piek in het geweld in het Arabische land. Daarbij kwamen in de eerste week van april alleen al honderd burgers om het leven, aldus een rapport dat dinsdag is gepubliceerd door Amnesty International.
Volgens de mensenrechtenorganisatie worden veel mensen aangevallen om hun religie, etnische achtergrond, seksuele voorkeur of omdat ze zich uitspreken tegen schendingen van de mensenrechten. „Irakezen leven zeven jaar na de Amerikaanse invasie nog steeds in een klimaat van angst", aldus Malcolm Smart, die leiding geeft aan de afdeling Midden–Oosten en Noord–Afrika van Amnesty.Op 7 maart waren er parlementsverkiezingen in Irak. Sindsdien onderhandelen partijen met elkaar over de vorming van een regering en nemen de politieke spanningen toe. In 2005 duurde het na de verkiezingen vijf maanden voordat er een regering werd gevormd.
Amnesty roept in het rapport ook op een einde te maken aan de gedwongen terugkeer naar Irak van uitgeprocedeerde asielzoekers. Volgens de organisatie schenden vijf Europese landen waaronder Nederland de regels van de VN–vluchtelingenorganisatie Unhcr omdat ze mensen onder dwang terugsturen naar Irak, zelfs naar de gevaarlijkste gebieden van het land.
De organisatie sprak met een aantal Irakezen die door Nederland waren uitgewezen op 30 maart van dit jaar. Onder de 35 vluchtelingen was ook een 22–jarige sjiitische Turkmeen uit Tal Afar in het noorden van Irak. Hier zijn volgens Amnesty de afgelopen jaren honderden burgers omgekomen door sektarisch of politiek gemotiveerd geweld. En het geweld gaat nog steeds door. De 22–jarige man was medio april gestrand in de hoofdstad Bagdad.