Koning Albert II aanvaardde maandag het ontslag van het kabinet van Yves Leterme. Dat viel vorige week na het stuklopen van onderhandelingen over splitsing van het tweetalig kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde, een kwestie die Vlamingen en Franstaligen in België al sinds de jaren '60 verdeeld houdt.De afgetreden Belgische regering bestond uit Vlaamse christendemocraten en liberalen en Franstalige christendemocraten, liberalen en socialisten. De Vlaamse christendemocraten en de Franstalige christendemocraten en socialisten pleiten ervoor een overgangskabinet te vormen zonder liberalen, die gezien worden als het belangrijkste struikelblok voor een akkoord over Brussel-Halle-Vilvoorde. Hun plaats zou moeten worden ingenomen door de Vlaamse socialisten en de Vlaamse en Franstalige groenen.

Wellicht laat koning Albert deze mogelijkheid alsnog onderzoeken, al lijkt ze door de weigerachtige opstelling van de Vlaamse socialisten vrijwel kansloos.

Vervroegde verkiezingen zouden volgens Belgische media op 6 of 13 juni kunnen plaatsvinden. Probleem is dat verkiezingen volgens het Grondwettelijk Hof strijdig zijn met de grondwet zolang Brussel-Halle-Vilvoorde niet is gesplitst. Dit kiesdistrict wijkt namelijk af van alle andere in België en dus is er sprake van ongelijkheid, aldus het Grondwettelijk Hof. Daarover bestaat echter verschil van mening onder staatsrechtgeleerden.

Demissionair premier Leterme laat in een interview met De Morgen weten geen schuld te hebben aan de val van zijn tweede kabinet. Hij schuift de zwartepiet vooral naar de Vlaamse liberalen, die vorige week het vertrouwen in de regering opzegden.

Leterme beweerde bij de vorige verkiezingen dat er slechts „vijf minuten politieke moed" nodig zou zijn om Brussel-Halle-Vilvoorde op te lossen. Deze uitspraak is hem de afgelopen dagen flink nagedragen.