NAVO-chef: Te veel tanks en vliegtuigen
NAVO-landen moeten eens goed nadenken over waar ze hun defensiegeld aan uitgeven. Ze moeten nog beter samenwerken en minder nationale trots vertonen bij defensieaankopen.
NAVO-secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen heeft dat maandag gezegd in een toespraak bij een Belgische militaire hogeschool.„Als ik kijk naar onze uitgebreide inventaris aan tanks en gevechtsvliegtuigen –vergeleken met de analyse van hoe een toekomstig conflict er waarschijnlijk uitziet– ben ik ervan overtuigd dat we ze niet allemaal nodig hebben”, zei Rasmussen. „Als we eens grondig prioriteiten stellen, zouden we behoorlijk wat geld kunnen vrijmaken voor belangrijker doelen.”
Rasmussen wil dat de landen meer meebetalen aan elkaars militaire operaties. Beter nog is dat ze samenwerken, zoals de Nederlandse en de Belgische marine al onder een gezamenlijk commando varen. Dat NAVO-landen bij toerbeurt de luchtmachtpatrouilles verzorgen voor de Baltische landen, verdient volgens hem navolging.
Kosten zijn er ook te besparen door meer projecten samen te doen, zoals de bouw en goedkeuring van vliegtuigen en helikopters. „Als Europese landen 600 NH-90-helikopters kopen, is het dan echt nodig dat ieder land zijn eigen aankopen certificeert? Als we die certificering harmoniseren, kan het naar schatting 5 miljard euro besparen.”
Volgende stap is dat ook defensieleveranciers meer samenwerken of fuseren. „Het heeft geen zin voor Europa om zestien marinescheepswerven te hebben en twaalf afzonderlijke fabrikanten van pantservoertuigen”, zei de Deense NAVO-topman, die beseft dat hij hiermee de trots van bepaalde landen kan krenken.
De huidige afwijkende eigen systemen kunnen in de praktijk gevaarlijk zijn, benadrukt Rasmussen. Zo herkent apparatuur van het ene NAVO-land soms die van een ander NAVO-land niet. Dat kan ertoe leiden dat militairen op bondgenoten schieten.