De grootste oppositiepartij UNP behaalde 60 zetels en de Nationale Alliantie van Tamils eindigde met 14 zetels op de derde plaats. De Democratische Nationale Alliantie van voormalig legerleider en presidentskandidaat Sarath Fonseka bemachtigde slechts zeven zetels in het nieuwe parlement, dat donderdag voor het eerst vergadert.De stembusgang had plaats op 8 april. Daarna bleek al dat de UPFA dichtbij een tweederdemeerderheid was. In twee kiesdistricten moest dinsdag echter opnieuw worden gestemd, in verband met gewelddadige incidenten die de eerste verkiezingsdag hier ontsierden. De UPFA bouwde haar zeteltal uiteindelijk uit van 120 naar 140.

De opkomst tijdens de eerste parlementsverkiezingen sinds het einde van de oorlog tegen de rebellenbeweging Tamil Tijgers was met 61,2 procent de laagste in de geschiedenis van Sri Lanka als onafhankelijke staat. In mei 2009 versloeg het Sri Lankaanse leger de opstandelingen na een gewapend conflict dat 37 jaar duurde en waardoor circa 100.000 mensen het leven verloren.

President Rajapaksa verzekerde zichzelf in januari al van een nieuwe termijn als staatshoofd. Fonseka, destijds de belangrijkste tegenkandidaat van Rajapaksa, werd na deze stembusgang gearresteerd. Donderdag kan hij waarschijnlijk wel gewoon zitting nemen in het nieuwe parlement, maar zijn rol is er een in de marge van de Sri Lankaanse politiek.

Rajapaksa bevindt zich daarentegen op de top van zijn macht. Hij kan de grondwet van Sri Lanka aanpassen als hij zich weet te verzekeren van de steun van zes parlementariërs van andere partijen, hetgeen volgens waarnemers goed mogelijk is. De president zou onder meer mikken op een grondwetswijziging die een derde termijn voor hem mogelijk maakt vanaf 2016, als zijn tweede ambtsperiode afloopt.