W. kwam vorig jaar in het vizier van de politie nadat hij samen met een vriend een 50-jarige Amsterdammer in diens woning had gewurgd. Na zijn arrestatie kon de politie ook een moordzaak in Rotterdam oplossen. Dit misdrijf pleegde W. met weer een andere vriend. De drie daders waren actief in het homoseksuele prostitutiecircuit. Het Amsterdamse slachtoffer was een vaste klant van W., de Rotterdammer een hem bekende escortchauffeur.

Het hof sprak in zijn arrest van „zeer gewelddadige, brute moorden”, waarbij de daders „zeer berekenend en meedogenloos” te werk zijn gegaan. Beide slachtoffers moeten volgens het hof „in ware doodsangst” hebben verkeerd. De Rotterdamse chauffeur werd onder valse voorwendselen naar zijn huis gedirigeerd. In zijn slaapkamer doodden W. en zijn mededader hem met een kussen en een riem. De klant in Amsterdam werd gewurgd met drie van zijn eigen stropdassen.

De rechtbank veroordeelde W. begin dit jaar tot acht jaar cel en tbs, na een eis tot levenslang. In hoger beroep heeft de man dus een zwaardere (cel-)straf gekregen. Op aandringen van advocaat O. van der Lee bepaalde het hof echter wel dat reeds in de gevangenis „binnen afzienbare termijn” moet worden begonnen met de verpleging van W. Het hof baseert dit advies op het feit dat W. een gruwelijke jeugd heeft gehad, die bol stond van geweld en seksueel misbruik binnen het gezin. Daarbij is W. gemotiveerd om door gedragskundigen behandeld te worden.

De andere twee daders kregen bij de rechtbank destijds negen en tien jaar cel opgelegd. Zij zijn niet in hoger beroep gegaan.