VN–hof tikt Uruguay op vingers in milieuzaak
Uruguay heeft een verdrag met Argentinië geschonden, toen het zonder overleg een papierpulpfabriek liet bouwen aan de grensrivier de Uruguay. Er is echter geen dusdanige schade aan het milieu ontstaan dat Montevideo schadevergoeding zou moeten betalen aan Buenos Aires.
Dat heeft het Internationaal Gerechtshof in Den Haag dinsdag bepaald. De Zuid–Amerikaanse landen liggen al jaren met elkaar overhoop over de papierfabriek die volgens Argentinië de grensrivier vervuilt. Uruguay spreekt dat tegen. Argentijnse betogers hebben herhaaldelijk blokkades opgeworpen op bruggen over de grensrivier.De rechters achtten de Argentijnse klacht over de vervuiling van het water niet bewezen. Voor andere klachten, zoals lawaai, stank en ’horizonvervuiling’ door de fabriek, acht het hof zich niet bevoegd. Het vond er geen basis voor in het bilaterale verdrag uit 1975 waarop de Argentijnse klacht was gebaseerd.
Argentinië had geëist dat Uruguay de fabriek sloopt. Het hof vindt dat geen gepaste remedie voor het schenden van procedures. De regering in Buenos Aires moet genoegen nemen met het morele gelijk: de hoogste magistraten ter wereld hebben de autoriteiten in Montevideo veroordeeld.
Arresten van het Internationaal Gerechtshof inzake geschillen tussen staten zijn volkenrechtelijk bindend. Beide landen hadden dan ook aangegeven dat zij de uitspraak van de hoogste VN–rechters in het Haagse Vredespaleis zouden respecteren.