„Politici in Kirgizië zijn producten van Sovjet-Unie”
Kirgizië werd vorige week opgeschrikt door een bloedige staatsgreep. Nog steeds is de rust in het land niet teruggekeerd. De nieuwe regering moet broodnodig economische en staatsrechtelijke hervormingen doorvoeren. „We hebben nu politieke vrijheid.”
Vijf jaar geleden kwam er een nieuw bewind in Kirgizië, nu is er wéér een nieuwe regering. Bij beide revoluties zijn de motieven economisch: de stookkosten stegen aan het begin van dit jaar; benzine is al jaren ontzettend duur. De mensen waren de vriendjespolitiek, het autoritaire gedrag en de schimmige deals van president Bakijev zat.Bij de zogenoemde Tulpenrevolutie in maart 2005, waarbij zittend president Askar Akajev naar Moskou werd verjaagd (overigens met veel minder geweld dan vorige week), beloofde Koermanbek Bakijev dat het zwaar corrupte Kirgizië onder zijn leiding een vrijer en transparanter land zou worden. „De laatste weken onder Bakijev voelden precies als onder Akajev”, zegt Mirsoelzjan Namazalijev, politicoloog in Kirgizië. „We zijn terug bij de uitgangspositie.”
Toch is Namazalijev blij met de vernieuwing van de macht. Hij weigert het een ‘revolutie’ te noemen. „We hebben nu de politieke vrijheid en de kans om de economische hervormingen door te voeren die Bakijev vijf jaar geleden beloofde, maar er nooit zijn gekomen.”
Gloednieuw is de nieuwe regering echter niet. De leider, Roza Otoenbajeva, is een bekend politicus. Namazalijev: „Alle politici hier zijn producten van de Sovjet-Unie. Otoenbajeva zat in de Sovjettijd in Moskou, en onder Akajev was ze ambassadeur in de VS en Groot-Brittannië.”
De inwoners van de voormalige Sovjetrepubliek (5,5 miljoen inwoners) –in de regio een relatief open en democratisch land– protesteerden vorige week massaal. Er kwamen meer dan tachtig mensen om het leven. De onlusten begonnen in Talas, een provinciale hoofdstad met 32.000 inwoners in het noordwesten, van de hoofdstad Bisjkek (1,1 miljoen inwoners) gescheiden door enorme bergketens. Een dag later sloeg het over naar de hoofdstad en andere plaatsen. In het zuiden –ook van de hoofdstad gescheiden door bergen– bleef het vooralsnog relatief rustig. Dit gebied, de Ferganavallei, is een etnische lappendeken met ’s werelds vreemdste grenskronkels, ooit door Stalin getrokken toen de republieken nog onderdeel waren van de Sovjet-Unie. Het grootste deel van de vallei is Oezbeeks grondgebied; Kirgizië omsluit de vallei aan de noord-, oost- en zuidkant en een uitsteeksel van Tadzjikistan sluit de westelijke ingang af.
De Russische president Medvedev waarschuwde woensdag dat Kirgizië aan de rand van een burgeroorlog staat en dat het land uiteen kan vallen. Gezien de geschiedenis in de Ferganavallei is dat niet zo gek.
Osj en Dzjalal-Abad, de tweede en de derde stad van Kirgizië, liggen beide op minder dan 10 kilometer van de Oezbeekse grens en zijn in grote meerderheid Oezbeeks. De laatste twintig jaar is de vallei regelmatig toneel geweest van etnisch geweld. De uit Dzjalal-Abad afkomstige Bakijev, etnisch Kirgizisch, vluchtte naar zijn geboortestreek om zijn aanhangers te verzamelen.
Maar Namazalijev ontkracht Medvedev’s uitspraak: „Er is geen tweedeling in het land. Otoenbajeva komt zelf uit Osj. Bakijev ging alleen naar zijn machtsbasis in het zuiden om sterker te staan bij de onderhandelingen over zijn vrijheid.”
De immuniteit die Bakijev voor zichzelf instelde in 2009, is door de interim-regering tenietgedaan, zodat hij gearresteerd kan worden als hij niet voor dinsdag in Bisjkek is. De nieuwe vicepremier is onderweg naar het zuiden. Bakijev wil wel aftreden, maar eist veiligheid voor hem en zijn familie.
Een VN-delegatie onder leiding van de Tsjech Jan Kubis is sinds maandag in het Centraal-Aziatische land en blijft in elk geval tot en met vandaag. Ze spreekt met alle partijen, onder meer over de beloofde hervormingen. De afvaardiging bemiddelt waarschijnlijk ook tussen Bakijev en de nieuwe regering over een mogelijke vrijgeleide naar het buitenland. Namazalijev: „Zulke hulp hadden we vijf jaar geleden niet, dus ik ben optimistisch. Maar makkelijk zal het niet zijn. De oppositie die nu de regering vormt, is verdeeld: ze willen allemaal de leiding hebben.”
Volgens de politicoloog moeten regering, parlement en rechtbanken beter in balans zijn. De president heeft nu nog te veel macht. Ministeries en andere staatsorganen moeten doorgelicht worden op transparantie en corruptie. Ook moet de belasting omlaag. „De urgentste hervormingen zijn economisch”, weet Namazalijev, behalve politicoloog ook oprichter van een regionale, economische denktank, het Central Asian Free Market Institute. „Maar om die te laten werken, hebben we wel sterke wetten nodig, onafhankelijke rechters en checks and balances.”