Duidelijke winst was er voor de centrumrechtse oppositiepartij Fidesz, die kans maakt op een twee derde meerderheid in het parlement. Dat geeft Fidesz de mogelijkheid de grondwet te wijzigen.De extreem rechtse Beweging voor een Beter Hongarije (Jobbik) komt voor het eerst in het parlement. Fidesz behaalde in de eerste ronde van de stembusgang zo’n 53 procent van de stemmen, Jobbik bijna 17 procent, aldus de kiescommissie.

Fidesz pleitte voor belastingverlagingen, het scheppen van banen en het aanpakken van bureaucratie en corruptie. Partijleider Viktor Orban was al premier van 1998 tot 2002.

De leiders van Jobbik profileerden zich met antisemitische uitspraken en openlijke afkeer van de circa 800.000 zigeuners in het land, dat kampt met de ernstigste recessie in bijna twintig jaar.

De socialisten (die nog geen 20 procent behaalden) kregen waarschijnlijk de rekening gepresenteerd voor de bezuinigingsmaatregelen die ze doorvoerden om het land te behoeden voor een bankroet. Zij moeten na acht jaar regeren waarschijnlijk oppositie gaan voeren. Een lichtpunt voor het linkse kamp was wel dat de milieupartij LMP ruim 7 procent van de stemmen vergaarde en daarmee in het parlement komt.

Oorspronkelijk hadden om 19.00 uur alle stemlokalen moeten sluiten. Maar stembureaus met lange rijen wachtenden mochten langer openblijven. Het stemmen duurde daar langer wegens administratieve problemen, meldde de kiescommissie.

De verkiezingen zondag gingen over de bezetting van 265 van de 386 parlementszetels. Op 25 april wordt de tweede ronde gehouden. Dan wordt besloten over de resterende 121 zetels.