Kerk & religie

De dominee is 65: met emeritaat?

Moeten predikanten met emeritaat? In de Protestantse Kerk in Nederland ligt de leeftijdsgrens op 65 jaar. Maar een predikant kan met toestemming van de kerkenraad tot zijn zeventigste verjaardag aan een gemeente verbonden blijven. In 2008, het laatste jaar waarvan de cijfers bekend zijn, maakten 25 predikanten van deze mogelijkheid gebruik. Andere emeritus predikanten verlenen bijstand in het pastoraat.

tekst Jan van Reenen
9 April 2010 10:51Gewijzigd op 14 November 2020 10:17

De meeste geëmeriteerde predikanten blijven doorgaan met preken en het bedienen van de sacramenten. Dat is toegestaan volgens de kerkorde. Een aantal predikanten doet daarnaast ander werk, zoals het afleggen van bezoeken en het geven van catechisaties.De Protestantse Kerk telt ongeveer 2000 emeritus predikanten en predikanten die van hun taak zijn ontheven. Volgens J. Runherd, teamleider arbeidsvoorwaarden van de Protestantse Kerk, verrichten er 275 hulpdiensten in gemeenten. Dat is ongeveer 14 procent van het totaal.

De hulpdiensten zijn wel aan bepaalde regels gebonden, zegt Runherd. Zo gaat het altijd om een tijdelijke situatie. Ook wordt een predikant niet beroepen en er vindt geen intrede plaats. De gemeente stelt een predikant aan.

De hulpverlening bestrijkt een periode van ten minste twee en ten hoogste vier jaar. In kleine gemeenten die geen eigen predikant kunnen onderhouden, mag een emeritus predikant niet fulltime aan een gemeente verbonden worden. Het maximum ligt op twee werkdagen per week.

Omdat de termijn maar vier jaar is, bieden de hulpdiensten geen oplossing voor een langere periode. „Maar voor noodgevallen kunnen ze nuttig zijn”, zegt Runherd, „bijvoorbeeld als een gemeente een vacature voor een predikant heeft.”

In de Hersteld Hervormde Kerk dienen predikanten uiterlijk op de eerste mei nadat zij 65 jaar zijn geworden, met emeritaat te gaan. Ds. L. W. Ch. Ruijgrok, hersteld hervormd predikant te Monster, geeft aan dat in zijn kerkverband predikanten van hun 65e tot hun 70e jaar als officiële „bijstand in het pastoraat” kunnen functioneren. De termijn hiervoor kan in bijzondere gevallen verlengd worden tot het 75e jaar. Hij voegt eraan toe dat het hier gaat om een officiële aanstelling die de goedkeuring behoeft van het breed moderamen van de classis.

De meeste hulp vindt echter plaats op een minder officiële basis, aldus ds. Ruijgrok. Dat betekent dat kerkenraad en predikant kunnen volstaan met een aantal onderlinge afspraken. Dat gebeurt vaak. „Er is vraag naar bijstand in het pastoraat vanuit de gemeenten, omdat er een tekort is aan pastoraal werkers.”

De predikant geeft toe dat er kandidaten zijn die niet beroepen worden omdat gemeenten gebruikmaken van bijstand in het pastoraat. „Gemeenten zijn echter vrij om iemand wel of niet te beroepen. Je kunt ze niet dwingen.”

Dat betekent volgens hem niet dat kandidaten niets om handen hebben. „Ze verrichten pastorale en catechetische werkzaamheden in de gemeenten, gaan voor in de erediensten en leiden kringen.”

Ds. Ruijgrok zegt dat niet alle gemeenten in staat zijn een predikant te beroepen en evenmin om dit te doen in combinatie met een andere gemeente. Dat heeft voor een deel ook te maken met het feit dat veel gemeenten met zware lasten zitten voor wat betreft het kerkgebouw. In dergelijke gevallen biedt een pastoraal werker of een officiële bijstand in het pastoraat uitkomst. Hij pleit er wel voor dat gemeenten, indien enigszins mogelijk, een beroep uitbrengen, zo nodig in combinatie met andere gemeenten. „In een aantal gevallen is dat gebeurd.”


Wachtende kandidaten

Sommige vacante gemeenten beroepen geen kandidaat maar stellen een emeritus predikant aan. „Met name in de rechterflank van de Protestantse Kerk is dat de afgelopen jaren meerdere keren gebeurd”, zegt ds. H. J. Oortgiesen, adviseur beroepingswerk van de Protestantse Kerk in Nederland.

Volgens ds. Oortgiesen zijn proponenten soms duurder dan ervaren predikanten, ook omdat tot voor kort bij oudere predikanten meer huur voor de pastorie werd ingehouden. Voor gemeenten betekende dat een financieel verschil van maximaal 300 euro per maand. Een ander voordeel is dat een oudere predikant meer ervaring heeft dan een kandidaat.

„Het is jammer dat sommige gemeenten deze keuze maken”, aldus ds. Oortgiesen. „Kandidaten blijven werkloos en krijgen geen gemeente. Jongeren moeten de gelegenheid hebben zich te ontwikkelen.” Hij hoopt dat de situatie beter wordt, nu per 1 januari 2010 een huurvereffening heeft plaatsgevonden.

Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, vindt dat het wel meevalt met deze problematiek. In De Waarheidsvriend van 18 maart schreef hij: „Het is overigens een mythe dat er in de kring van de Gereformeerde Bond tientallen kandidaten op een beroep wachten. Momenteel zijn het er twaalf, als ik denk aan degenen die de laatste drie jaar beroepbaar kwamen.”

Vergunst heeft niet de indruk dat emeritus predikanten kandidaten in de weg zitten. Hij wijst er desgevraagd op dat in de kring van de Gereformeerde Bond de laatste jaren niet veel predikanten op hun 65e jaar met emeritaat gingen. „De meesten maakten vanwege de zwaarte van het predikantschap gebruik van regelingen om vervroegd uit te treden, terwijl ze de kerk onder andere in prediking en pastoraat bleven dienen.”

Een enkeling, zoals ds. J. Westland uit Houten en ds. W. C. Meeuse in Bilthoven, maakt gebruik van de mogelijkheid na het 65e levensjaar door te gaan. Maar hun aanblijven heeft weinig met de ruimte voor kandidaten te maken, aldus Vergunst. Hij wijst erop dat er kleine gemeenten zijn, zoals Lemmer, die al van oudsher gebruikmaken van diensten van emeritus predikanten. Een volledige predikantsplaats is daar niet mogelijk.

In De Waarheidsvriend geeft Vergunst kandidaten die lang op een beroep wachten twee adviezen. Hij raadt hun aan deze periode te gebruiken voor verdieping in de kennis van de Schrift en het opdoen van ervaring met het werk in de gemeente door voor te gaan in kerkdiensten en pastoraal werk te verrichten. Hij adviseert de kandidaten ook om te zoeken naar een „geestelijke vader”: iemand bij wie ze hun hart kunnen luchten, maar die tegelijkertijd zegt waar het op staat en wat de kandidaat eventueel verkeerd doet.


„Een predikant wordt voor zijn leven geroepen”

Ds. K. Veldman was hersteld hervormd predikant te Vriezenveen. Hij ging vorig jaar met emeritaat, maar niet met vreugde. „Onze kerkorde schrijft het voor, maar de Dordtse Kerkorde niet. Ik lees in Gods Woord niets over emeritaat. Een predikant wordt voor zijn leven geroepen.”

„Denk maar aan Johannes op Patmos”, zegt ds. Veldman in zijn woning in Alblasserdam. „Hij stond in zijn ouderdom in de dienst van de Heere. Ik heb op de synode voorstellen gedaan om tot een latere of geen emeritaatsleeftijd te komen, maar daar was geen meerderheid voor.”

Voordat hij met emeritaat ging, vroeg ds. Veldman aan de Heere hoe hij nu verder moest. Vrij snel daarna kreeg de predikant een brief van de gemeente Alblasserdam met het verzoek bijstand in het pastoraat te verlenen.

De gemeente van Alblasserdam bood hem een pastorie aan. In de aanstelling is vastgelegd dat hij één dag per week in de gemeente werkt en dat hij voorzitter van de kerkenraad wordt, echter zonder stemrecht. Daarna vroeg de hersteld hervormde gemeente van Papendrecht hem onder dezelfde voorwaarden.

De predikant legt inmiddels pastorale bezoeken af, hij geeft catechisaties en hij preekt elke zondag drie keer, afwisselend in Alblasserdam en Papendrecht. Maar dat niet alleen. „Ik ben de hele week beschikbaar, of het nu gaat om een huwelijk, een begrafenis, een ernstig zieke, een grote geestelijke nood of een nieuw lid. De ouderlingen dragen de eerste verantwoordelijkheid, maar als er iets bijzonders is, bied ik bijstand in het pastoraat.”

Het predikantschap is geen beroep dat je van negen tot vijf doet, zegt ds. Veldman. „Het is een ambt. Ik voel me, naast de andere leden van de kerkenraad, verantwoordelijk voor de gehele gemeente. Dat betekent dat er van een beperkte werktijd soms geen sprake is. Ik ben door de Heere tot het werk geroepen en Hij heeft de liefde van mijn hart.”

Ds. Veldman werkt in vacante gemeenten. Staat hij daarmee geen kandidaten in de weg? „Alblasserdam en Papendrecht zijn te klein om een eigen predikant te beroepen. Bovendien is het niet aan mij om daarover te oordelen. Een kerkenraad beroept een predikant of een kandidaat die hij geschikt acht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer