Buitenland

Doden bij antiregeringsdemonstraties Kirgizië

Bij antiregeringsdemonstraties in Kirgizië, voortkomend uit onvrede over de arrestatie van een tiental oppositieleiders, hebben demonstranten woensdag het belangrijkste regeringsgebouw in de hoofdstad Bisjkek bestormd, het kantoor van de hoofdofficier van justitie in brand gestoken en het hoofdkwartier van de staatstelevisie geplunderd. Zeker zeventien personen kwamen om het leven en honderdtachtig raakten gewond. Dat heeft de regering gezegd.

AP
7 April 2010 16:11Gewijzigd op 14 November 2020 10:17
Geweld in Kirgizië. Foto EPA
Geweld in Kirgizië. Foto EPA

NOS-correspondent Hekster meldt via Twitter dat de Kirgizische regering volgens de oppositie zou zijn afgetreden. Het presidentieel vliegtuig is met onbekende bestemming vertrokken.De politie in Bisjkek opende het vuur op een menigte demonstranten die het ministerie van binnenlandse zaken probeerde te bestormen. In de westelijke stad Talas sloeg een groep demonstranten de minister van binnenlandse zaken zodanig in elkaar, dat hij kort daarna overleed. Dat zei een oppositieactivist, Shamil Moerat, die het lichaam van minister Moldomoesa Kongatijev in een regeringsgebouw zag liggen.

Volgens Moerat wisten de demonstranten een politiebureau in te nemen, waar zij Kongatijev in elkaar sloegen en dwongen zijn ondergeschikten in de hoofdstad opdracht te geven het optreden tegen demonstranten te staken.
Oppositieactivist Toktoim Oemetalieva zei dat zeventien demonstranten waren doodgeschoten, een aantal dat door een bron binnen het ministerie van gezondheid werd bevestigd.

De oppositie kwam woensdag in opstand tegen het optreden van de autoritaire president Koermanbek Bakijev. Aanvankelijk gebruikte de politie in Bisjkek rubber kogels, traangas en waterkanonnen om groepen in het zwart gehulde jonge mannen onder controle te houden die het op agenten gemunt hadden. Zij joegen de agenten op, sloegen hen en namen hun wapens, vrachtwagens en pantservoertuigen in.

Vervolgens probeerden sommige demonstranten met een van de pantservoertuigen het hek te rammen van een regeringsgebouw dat bekendstaat als het Witte Huis. Veel demonstranten gooiden met stenen, terwijl een klein aantal van hen op het plein voor het gebouw met kalasjnikovs in de lucht schoot.

In het centrum van de stad staken demonstranten het kantoor van de hoofdofficier van justitie in brand, waarna groepen demonstranten zich over de stad verspreidden. Sommigen richtten zich op gebouw van de staatstelevisie en –radio, dat zij plunderden, anderen marcheerden naar het ministerie van binnenlandse zaken. Eén van de gearresteerde oppositieleiders, Temir Sarijev, werd bevrijd.

Ondertussen beschuldigde premier Danijar Oesenov de oppositie ervan de rellen en het geweld te hebben uitgelokt. ‘Wat voor oppositie is dit? Het zijn gewoon bandieten’, zei hij.

Veel oppositieleiders waren bondgenoten van Bakijev, die zij na de straatprotesten van 2005, bekend als de Tulpenrevolutie, aan de macht hielpen. Zijn voorganger, die werd beschuldigd van corruptie en vriendjespolitiek, werd afgezet. Vijf jaar later wordt Bakijev van hetzelfde beschuldigd door een oppositie die zegt dat hij democratische waarden schendt om de vrede te bewaren en zichzelf en zijn familie te verrijken.

Ook in Talas en de zuidelijke stad Narin braken rellen uit. Zo’n vijfduizend demonstranten namen in Narin het regionale bestuursgebouw in en installeerden een nieuwe gouverneur. Tienduizend demonstranten bestormden het hoofdkwartier van de politie in Talas.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer