Braziliaanse autoriteiten heroveren sloppenwijken
De militaire politie bezet in Rio de Janeiro de ene na de andere gevaarlijke sloppenwijk om de bewoners hun gewone leven terug te geven. En om de Braziliaanse hoofdstad levensvatbaar te maken voor het gastheerschap van prestigieuze sporttoernooien de komende jaren. Toch gaat de drugshandel voort en de gewapende bandieten groeperen zich in bastions.
Menige burgeroorlog verbleekt erbij: duizenden levens per jaar eist het drugsgeweld in Rio de Janeiro. Die vallen vooral onder de jonge ‘soldaten’ van de drugsbendes en in toenemende mate onder de politie. Kinderen en andere onschuldige burgers zijn vaak het slachtoffer van verdwaalde kogels. De bandieten schieten immers steevast el-ke dag hun vuurwapens leeg als een drugstransport arriveert en de nerveuze politiemensen vuren vaak niet al te gericht als zij een gevaarlijke wijk binnenvallen. De ”cariocas”, inwoners van Rio, hadden de hoop eigenlijk al opgegeven. Continu geweld en onveiligheid horen nu eenmaal bij hun leven.Maar er staat wat te gebeuren de komende jaren waardoor de overheid ineens ongekende daadkracht lijkt te tonen. De verouderde voetbaltempel Maracana wordt opgelapt om in dezomer van 2014 gereed te zijn voor de finale van het wereldkampioenschap voetbal. En een veel groter project is in gang gezet: herstel van het betoverende stadsimago van weleer. Met de verdrijving van gewapende bandieten en een structurele bezetting door de politie van de ene na de andere wijk lijkt er nu toch een wonder te geschieden. De pacificatie is in volle gang.
Nadat sloppenwijk Dona Marta medio vorig jaar als eerste was gevallen, is alweer de zevende ”favela” aan de beurt om door de militaire politie geschoond te worden van de terreur van de drie grote drugskartels in Rio: Comando Vermelho, Terçeiro Comando Puro en Amigos dos Amigos. Geruchten gaan dat het immense Rocinha –met ruim 100.000 inwoners de grootste sloppenwijk van Latijns-Amerika– spoedig volgt.
Het lijkt de doorgewinterde gouverneur Sergio Cabral nu dus wel te lukken, na jaren van woorden maar geen daden van federale, deelstaat- en stadsbesturen. Er zouden niet genoeg geld en politie zijn geweest om de boeven te verjagen, en belangrijker: om vervolgens ook te blijven en de vrede te handhaven. Zo vulden milities van burgers en bijklussende politiemensen een deel van het machtsvacuüm en vormden na politie en drugsbendes een derde partij in de ‘burgeroorlog’. De staat keek machteloos toe, terwijl het land zich onder de presidenten Cardoso en Lula politiek en economisch stormachtig ontwikkelde en intussen als een opkomende wereldmacht wordt gezien.
Er is nu veel werk aan de winkel om Brazilië klaar te stomen voor het gastheerschap van de aankomende grote sporttoernooien, die wonderwel zijn binnengesleept. Alles moet ervoor wijken, zo lijkt het. Rio moet en zal succesvol worden, eerst als finalestad van het WK-voetbal in 2014, daarna als gastheer van de Olympische Spelen in 2016. Het vertrouwen is groot, want tijdens de pan-Amerikaanse spelen in 2007 is zo’n huzarenstukje immers ook gelukt. Toen was de opgelegde vrede van tijdelijke aard, ditmaal moet de bezetting structureel zijn.
Zelfs een aanvankelijke scepticus als hulpverlener Nanko van Buuren is voorzichtig enthousiast over het nieuwe offensief van de overheid. „Het stopt de drugshandel niet, maar de wapens en de dreigende sfeer zijn verdwenen uit het straatbeeld en dat verbetert het leven van de bewoners van de favelas enorm.”
Journalisten en toeristen kunnen zich weer veilig vertonen in de ‘bevrijde’ favelas. Op het programma van gouverneur Cabral staat de verovering van nog circa veertig van de meest gewelddadige gebieden. Waaronder het beruchte Vila Cruzeiro, een van de zestig favelas waar Van Buuren met zijn non-gouvernementele organisatie IBISS (600 medewerkers) actief is. Hier dreigt nu een bastion te ontstaan van elders verdreven criminelen van het kartel Comando Vermelho.
„De situatie is daar verslechterd. Gisteren waren er duizend gewapende bandieten. Dat heb ik zelfs nog nooit gezien”, verzucht hij bij het binnenrijden van een voor de autoriteiten nog ontoegankelijke favela. Een jongen met een automatisch geweer om de nek en een tas drugs naast zich op de grond, steekt zijn duim omhoog. De Nederlander, die al veel drugscriminelen op het rechte pad van sport en opleiding bracht met het project ”soldados nunca mais” (nooit meer soldaten), wordt als een van de weinigen getolereerd door alle drugskartels. „Ze kennen de kleur en het kenteken van alle auto’s die welkom zijn. Als je hier als onbekende binnenrijdt word je direct onder vuur genomen. Ze stellen geen vragen.”
Dit is het eerste deel in een tweeluik.