Land bestormen met het Evangelie
In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijke leven. Vandaag: Joop Gankema, directeur van stichting Opwekking. Donderdag bestond de stichting vijftig jaar.
De „nederigste Bekende Gristen” noemde de satirische site goedgelovig.nl hem in 2007. Joop Gankema, boegbeeld van de stichting Opwekking, kan er wel om lachen. „Je weet wie het zegt.”Inmiddels zestien jaar geleden kwam hij in dienst van Opwekking. Zes jaar later nam Gankema, afkomstig uit het bedrijfsleven, het stokje over van (mede)oprichter Peter Vlug. „Hij heeft mij gevraagd hem op te volgen.” Als hij er, op het kantoor in Putten, over vertelt, is hij af en toe zichtbaar ontroerd. „Ik ben ervan overtuigd dat God mij hier heeft gebracht.”
Gisteren, 1 april, was het een halve eeuw geleden dat stichting Opwekking werd opgericht. Een receptie of een „groot feest” wordt er niet aan gewijd, zegt hij. „Het bestuur heeft gezegd dat de nadruk moet liggen op dankbaarheid aan God, Die ons werk op een bijzondere manier heeft gezegend, en niet op wat wij hebben gedaan. Al besteden we er natuurlijk wel aandacht aan: in ons jubileummagazine, straks op de pinksterconferentie – de veertigste trouwens.”
Het begon allemaal heel klein en voorzichtig rondom de bediening en persoon van Ben Hoekendijk en zijn vrouw Wiesje vanuit een woning aan de Da Costastraat in Putten, memoreert Gankema in het jubileumnummer van het tijdschrift Opwekking. „Het was niet meer dan een groepje enthousiastelingen dat Nederland bestormde met het Evangelie van Jezus Christus.” Er werden tentcampagnes georganiseerd, One Way Days, Marsen voor Jezus. „Geleidelijk aan werd alles steeds groter. Toen we tien jaar onderweg waren, is de eerste Opwekkingsconferentie gehouden, met duizenden bezoekers.”
Waaraan de stichting nog altijd haar bekendheid ontleent, evenals aan de bundel Opwekkingsliederen.
„Vergeet ook het kinderwerk niet, onder de naam Timotheüs. Dat heeft bij ons altijd een grote plaats ingenomen. Nog vorige week hebben we er, samen met onder andere de Evangelische Alliantie, een conferentie aan gewijd: ”Rondom het kind”. Eigenlijk vind ik het nog steeds onbegrijpelijk dat er in de meeste kerken zó weinig wordt geïnvesteerd in kinderen. Terwijl die eerste jaren zo belangrijk zijn voor hun vorming. En, nog veel belangrijker: God wíl het ook. Prent het je kinderen in, vraagt Hij van ons in Deuteronomium. Als ik dan kijk naar de joodse cultuur, hoe kinderen op een soms speelse manier belangrijke zaken uit de Bijbel krijgen overgedragen, denk ik wel eens: Nou, nou…”
Wat was voor u een hoogtepunt in de achterliggende jaren?
„Hoogtepunten zijn altijd relatief. Laat ik het zo zeggen: Als ik niet zeker wist dat God van ons vraagt dat wij, bijvoorbeeld, de pinksterconferenties organiseren, zou ik er vandaag nog mee stoppen. Maar omdat ik dat wel zeker weet, kun je op het terrein in Biddinghuizen soms zomaar in je leunstoel zitten kijken naar de ongelooflijk mooie dingen die er gebeuren.
Wat op mij heel diepe indruk heeft gemaakt, is die keer, een paar jaar geleden, dat er een geweldig noodweer onze kant op kwam. Verwoestend, en dan met zo veel mensen op een terrein. Maar we hebben er niets van gemerkt. Toen we de weerbeelden later bekeken, zagen we dat het noodweer een sprong had gemaakt en aan de andere kant van het conferentieterrein zijn weg had vervolgd.”
In een deel van de orthodox-gereformeerde kerken heeft Opwekking bepaald geen goede naam, wordt er zelfs tegen gewaarschuwd.
Gankema, zelf behorend tot een evangelische gemeente in Ermelo: „Ik weet het. En soms kan ik het nog wel wat begrijpen ook. Neem een notie als de heiligheid van God. Vorige week heb ik op een bijeenkomst van de Bond tegen het vloeken gezegd dat daarvoor bij ons wel eens wat te weinig oog is. Anderzijds geloof ik dat het niet voor niets is dat onze conferenties zo veel jongeren, ook uit de reformatorische kerken, aanspreken. Ik denk dat deze kerken de worsteling van veel jongeren om in déze tijd christen te zijn soms te weinig serieus nemen.”
Ook iemand als Jeroen Bol, voorzitter van de George Whitefieldstichting, toonde zich enige tijd terug uiterst kritisch over „pakweg de laatste honderd” liederen in de bundel Opwekking.
„In het Friesch Dagblad ben ik op zijn kritiek ingegaan. Een van de dingen waar we echt wel mee worstelen, is hoe we elementen als pijn, lijden, geestelijke strijd, een plek kunnen geven in de liederen. Want het is een feit dat de meeste liederen dáár niet over gaan.”
Regelmatig klinkt als het gaat om de Opwekkingsconferenties en -liederen het verwijt dat deze een arminiaans karakter dragen. Hoe staat u hierin?
„Ik geloof dat God naar deze wereld is gekomen voor elk mens. De keuze om voor Jezus te kiezen, ligt bij de mens. Dat veel mensen dat niet doen, is Zijn verdriet en Zijn onmacht.”
Onmacht?
„God geeft ons de vrijheid om in liefde voor Hem te kiezen. Wat zou ik eraan gehad hebben een vrouw te trouwen die mij niet liefhad? Zo is het hier ook. God forceert niet.”
U bent inmiddels 60 jaar. Hoelang verwacht u nog door te gaan?
„Ik stop met 65. We zijn op dit moment wel aan het nadenken over de toekomst van de stichting. Gaan we, bijvoorbeeld, door met het organiseren van de pinksterconferenties? Ik weet het niet. Misschien wordt het wat te groot. Binnenkort willen we daar met allerlei mensen over gaan nadenken op de hei. Maar hoe het precies zal gaan, weet God alleen.”
Gankema
Joop Gankema werd geboren op 30 augustus 1949. Als kind ging hij naar de zondagsschool, „maar verder deden mijn ouders niet zo veel met het geloof. Op mijn achttiende ben ik bewust christen geworden.”
Gankema en zijn vrouw Wil hebben vier kinderen. Jarenlang woonde het gezin in Kampen, waar Gankema leidinggaf aan de technische afdeling van het bedrijf Hospital Equipment Services. Vele jaren was hij oudste van de vrije evangelische gemeente in Zwolle.
Toen hij bij de stichting Opwekking ging werken, per 30 augustus 1984, verhuisde hij naar Harderwijk. Gankema behoort tot een evangelische gemeente in Ermelo, waar hij zo af en toe ook voorgaat.