Dr. Matthey: Contacten gaan dwars door instituten
Het zijn spannende tijden in de oecumene, zegt dr. Jacques Matthey, directeur van de zendingsafdeling van de Wereldraad van Kerken. „Er is een crisis van kerkelijke instituten, tegelijkertijd zijn er meer contacten tussen christenen dan ooit te voren.” Een vooruitblik op de herdenking van 100 jaar wereldzendingsconferentie, komende juni in Edinburgh.
Dr. Matthey ziet in de afgelopen honderd jaar de wereld van de zending ingrijpend veranderd. „Toen in 1910 1200 zendingsmensen uit het christelijke Westen in Edinburgh bijeenkwamen, was het begrip zending vooral een zaak van het Westen. Belangrijke Europese steden als Londen, Parijs, Berlijn, Hamburg moesten zendingscentra worden, van waaruit het Evangelie verkondigd werd in de gehele wereld. Tegelijkertijd zou met de verkondiging van het Evangelie ook maatschappelijke vooruitgang in het vooruitzicht gesteld worden.”Intussen werden deze optimistische wereldveroveringsidealen van Edinburgh al snel gefrustreerd. „Vier jaar na de conferentie brak de Eerste Wereldoorlog uit, later volgde de Tweede Wereldoorlog. Daarna sloten verschillende landen hun deuren juist voor het christendom als gevolg van de Koude Oorlog. Pas in 1981 gingen de deuren weer open. Wat nog ingrijpender was, was dat het zwaartepunt van de kerk zich intussen van het Westen naar het zuidelijk halfrond verplaatste, naar landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.”
Ook inhoudelijk veranderde de zending. Honderd jaar geleden was op de conferentie in Edinburgh de overtuiging dat de verloren wereld gered moest worden. Dr. Matthey: „Men dacht: wij hebben het licht en de anderen verkeren in duisternis. Daar zat een eerlijke zendingsdrang achter die ook nu nog actueel is als het gaat om de verkondiging van de verzoening in Christus. Toch hebben wij nu meer zicht op het godsdienstig besef van mensen. Zij hadden al een relatie met God voordat de zendelingen kwamen. Dat maakt de kerk juist niet overbodig, want hoe kunnen niet-christenen weten van de verlossing als hun daarover niet verteld wordt? Wat we in honderd jaar geleerd hebben is dat zending niet zozeer zending van de kerk is, zoals Edinburgh dacht, maar van God.”
Dr. Matthey staat bekend als iemand die de inbreng van de evangelicalen en charismatische christenheid wil integreren in de bestaande oecumene. Hij doet dat niet onkritisch. Hij wil bestaande dilemma’s rond conservatief en progressief doorbreken, zowel ten aanzien van de visie op de Heilige Geest en Diens gaven als ten aanzien van het streven naar gerechtigheid en vrede in deze wereld.
Zo vindt hij dat de pinksterchristenen in het verleden te conservatief hun zinnen gezet hebben op micro-ethische onderwerpen als gezin, seksualiteit en abortus. „In dat opzicht is de spanning tussen de evangelicalen en de oecumenischen in de jaren vijftig doorbroken omdat evangelicalen, vooral in de Lausannebeweging, juist meer oog kregen voor de maatschappelijke problemen in deze wereld. Het Michaproject tegen de armoede is daar een prachtig voorbeeld van. De Wereldraad van Kerken heeft zichzelf gecorrigeerd van een al te politieke instelling in het verleden. Niet de politieke maar de economische problematiek weegt nu zwaarder.”
Matthey –ook predikant in de Protestantse Kerk van Zwitserland– ziet de waarde van de pinksterbeweging in het feit dat eenvoudige mensen zich konden uiten in de gemeente. Dat was niet langer meer voorbehouden aan mensen met een ambt. „De pinksterbeweging is vooral een mondelinge traditie, die inzet bij levensverhalen van mensen in plaats van dogmatisch-theoretische verhandelingen.”
De zendingscoördinator ziet de actualiteit van de pinksterbeweging vooral op het punt van de genezing. „De charismatische beweging zet vooral in op de bediening der genezing. Zij richt zich echter te veel op spectaculaire bijeenkomsten waar genezing van zieken een belangrijke rol speelt. Het is opvallend dat Jezus Zijn genezingswonderen juist voor de wereld verborg. Naarmate hij dichter bij het kruis kwam, vonden er minder genezingen plaats. Het is mijns inziens onaanvaardbaar dat er publieke bijeenkomsten plaatsvinden waar spectaculaire genezingen aangekondigd worden. Niet successtory’s vormen de kern van de genezing, maar het geloof in het Evangelie van de verlossing door enkel genade.”
Healing
Toch wil Matthey niet negatief insteken door deze genezingen te verwerpen. „Ik erken dat er wonderen gebeuren. Maar ik wil positief inzetten op genezing. Het gaat niet zozeer om herstel van gezondheid, maar om aanvaarding van de gebroken situatie. Ik maak daarom onderscheid tussen ”cure” en ”healing”. Ongeneeslijke zieken en stervenden kunnen healing ontvangen, ook al hebben zij geen uitzicht op fysiek herstel. Een blinde man hoeft niet genezen te worden om tot zegen te zijn, maar hij kan als blinde juist getuige zijn in Gods Koninkrijk.”
De wereld van de oecumene is in honderd jaar grondig veranderd. Is er een crisis in de oecumene? Matthey: „Er is een algemene crisis van instituten. We zien nu een trend dat kerken elkaar vinden buiten de kaders van de officiële oecumene. Het is voor de Wereldraad een ontdekking dat hij maar een deel van de christenheid vertegenwoordigt. We moeten ons aanpassen aan deze gewijzigde situatie, maar ook de spannende uitdaging daarin aanvaarden. Want er zijn honderden organisaties naast de Wereldraad die we nu als een onderdeel van Gods plan mogen ontdekken.”