Iraqiya wordt op de voet gevolgd door de lijst Rechtsstaat van de sjiitische premier Nuri al–Maliki. De beweging van Allawi gaat 91 van de 325 zetels in het parlement bezetten tegen 89 voor Maliki. Op de derde plaats eindigde de religieus sjiitische Iraakse Nationale Alliantie (INA) met zeventig zetels. De alliantie van de twee belangrijkste Koerdische partijen krijgt 43 zetels.De sjiiet Allawi, die veel steun geniet onder de soennieten, mag nu als eerste een poging doen om een regering te vormen. Hij moet zeker 163 volksvertegenwoordigers achter zich krijgen om premier te kunnen worden. Als Allawi er niet in slaagt om binnen dertig dagen een regering te vormen, wijst de president een leider van een ander blok aan om een coalitie te gaan vormen.