Een jaar kerkmuziek
Wat heeft het afgelopen jaar kerkmuzikaal opgeleverd? Wie over de schouder van Dirk Zwart meeleest, komt een aardige oogst op het spoor.
Dagboeken zijn meestal voor privégebruik bestemd. De vraag is wat de dagelijkse beslommeringen en mijmeringen van een individu zó interessant maakt dat het voor een buitenstaander leuk en leerzaam wordt om mee te lezen.Wat mij betreft moeten ten minste twee elementen aanwezig zijn: de wederwaardigheden van de auteur zijn de moeite van het vermelden waard, én de reflecties van de schrijver op wat hij meemaakt hebben genoeg in zich om te boeien.
Dirk Zwart uit Rotterdam nam zich vorig jaar voor om een jaar lang verslag te doen van zijn bezigheden en gedachtevorming op kerkmuzikaal gebied. Aanvankelijk voor zichzelf, maar achteraf vond hij zijn schrijfsels interessant genoeg om wereldkundig te maken.
Wat betreft zijn activiteiten: Zwart is componist van kerkmuziek die hij zelf uitgeeft, redactielid van het blad Eredienstvaardig, dirigent, cantor-organist van de vrijgemaakte kerk in Rotterdam, betrokken bij het nieuwe liedboek. Last but not least richtte hij vorig jaar de Stichting Nieuwe Kerkmuziek op.
Vooral dat laatste vormt een rode draad in ”Boven jezelf uit zingen”. Tot in detail is te lezen hoe Zwart bezig is met fondswerving, cd-aanschaf, wervingsmateriaal. We komen te weten wie er reageert op zijn initiatief, wie donateur wordt. We maken mee waar Zwart op bezoek gaat en hoe hij die ontmoeting ervaart. Het komt allemaal wel heel dichtbij.
Dat wordt mijns inziens wat problematisch als Zwart kritisch is over mensen. En dat is hij nogal eens. Over gemeenteleden in Rotterdam die het kerkenraadsbeleid inzake liturgie en eredienst mogen concretiseren. Over predikanten die verkeerde keuzes maken: nog net niet met name genoemd, maar ze zijn gemakkelijk te traceren. Had dit niet meer anoniem gekund?
Ook veel collega’s komen er minder goed van af. De ”Marco den Toompjes” staan voor ondermaats, en Johan Bredewout en Martin Zonnenberg heten populisten. Ook neef Everhard met zijn Orgelschool Jan Zwart moet het ontgelden: „Wie Everhard zelf de muziek van Jan Zwart hoort spelen, kan eenvoudig vaststellen dat dit sentimentele orgelspel zo on-Jan Zwarts is als het maar kan.”
We kijken met Dirk Zwart mee als het Nederlands Dagblad op de mat valt, als hij op vakantie gaat, een cd beluistert, een boekhandel bezoekt, een interview geeft of naar een symposium reist. Alledaagse zaken voor een kerkmusicus. In veel gevallen niet echt groot genoeg om wereldkundig te maken, dunkt me.
Intussen is Zwart een origineel denker en heeft hij een gefundeerde (en uitgesproken) mening over alles wat met taal, kerk, muziek, liturgie en eredienst te maken heeft. Over de ”Bijbel in Gewone Taal”: „O, wat vind ik dit verschrikkelijk. Afdalen tot het taal- en denkniveau van de lagere school (welk niveau bij volwassenen dus als taal- en ontwikkelingsachterstand benoemd kan worden), in plaats van energie steken in educatie…” Over het kerklied: „Laat een lied ínhoud hebben, tekstueel en muzikaal, en niet alléén maar katalysator zijn voor religieuze emotie. Geen glijmiddel voor het bereiken van religieuze bevrediging.” Over worshipmuziek: „Blij-bevestigende, tevreden-klagende, in slaap sussende muziek, Olvarit voor Gods kleutertjes.”
Niettemin noemt Zwart zich een bruggenbouwer die zich graag verplaatst in anderen en handreikingen doet. Hij is ook niet vies van popmuziek of van meeslepende romantische muziek. Als deze maar aan de kwaliteitseisen voldoen.
Veel goeds en moois en waars en behartigenswaardigs in dit dagboek. Maar het had wat minder alledaags-persoonlijk gemogen.
Boven jezelf uit zingen. Kerkmuzikaal dagboek, Dirk Zwart; uitg. Merweboek, Sliedrecht, 2010; ISBN 9789057871443; 255 blz.; € 17,90.