Ruim 400 projecten door Mensenrechtenfonds
AMSTERDAM (ANP) – Het Mensenrechtenfonds dat minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) heeft ingesteld, steunt inmiddels meer dan vierhonderd projecten in ongeveer zestig landen. Het gaat vooral om lokale projecten die erop gericht zijn de mensenrechtensituatie in een gebied of voor een groep mensen te verbeteren.
Dat heeft de demissionair bewindsman dinsdag gezegd in het Anne Frank Huis in Amsterdam, waar hij de mensenrechtenrapportage 2009 presenteerde. Mensenrechten spelen een hoofdrol in het beleid van Verhagen. In het fonds zat vorig jaar 25 miljoen euro.Verhagen zei dat de inspanningen om mensenrechten overal bij regeringen ter sprake te brengen, hebben bijgedragen aan enkele successen. Hij wees op de Afghaanse journalist Perwiz Kambakhsh die ter dood was veroordeeld wegens godslastering maar onder internationale druk werd vrijgelaten. Ook het blijven hameren op de arrestatie van Radovan Karadzic, de ex–president van Republika Srpska, heeft volgens de minister geleid tot zijn uitlevering. Verder wees hij erop dat inmiddels 67 landen een verklaring hebben ondertekend tegen de discriminatie van homo’s en lesbiennes. Die verklaring is mede door Nederland tot stand gekomen.
Volgens Verhagen gaat het bij de mensenrechten om een proces met een lange adem en moet het ook „van binnenuit" komen. Het is belangrijk net zo lang te protesteren tot het effect heeft, zei hij. Verhagen pleitte er daarom voor dat ook een volgende minister van Buitenlandse Zaken de mensenrechten tot een essentieel onderdeel van het beleid maakt. Zelf hoopt hij hier nog zo lang mogelijk invulling aan te geven, gaf hij aan.
Christa Meindersma, adjunct–directeur van The Hague Center for Strategic Studies, prees Verhagen als de meest proactieve minister wat betreft mensenrechten. Volgens haar is hij internationaal agendabepalend en innovatief geweest, zoals op het gebied van kinderarbeid en vrouwenrechten. Tegelijk wees Meindersma erop dat het ook in Nederland zelf schort aan de mensenrechten. De Verenigde Naties en de Europese Raad hebben kritiek op onder meer juridische procedures die de in verdragen vastgelegde rechten van (terreur)verdachten schenden. Nederland moet dit verbeteren om effectiever met een vinger te wijzen, zei ze.