Rustige eerste oorlogsdag in Koeweit
Veel Koeweiti deden hun best om de eerste dag van de oorlog tegen Irak als een gewone donderdag door te komen. Het bleef over het algemeen rustig in het buurland van Irak.
„Ik neem mijn kinderen mee naar de duivenmarkt”, zei de 65-jarige Ali al-Khodari. „Ik sta achter deze oorlog, achter alles om het Iraakse regime te elimineren.”
Sinds het in 1991 na een zeven maanden durende Iraakse bezetting werd bevrijd, is Koeweit een dankbare bondgenoot van Washington. Het kleine emiraat aan de Perzische Golf dient als springplank voor het merendeel van de 300.000 militairen die de VS en Groot-Brittannië voor de nieuwe oorlog op de been hebben gebracht.
Nadat de eerste kruisraketten en bommen in Bagdad insloegen, vuurde Irak ten minste vier raketten over de grens naar de in de Koeweitse woestijn gelegerde Amerikaanse militairen en één richting Koeweit-stad. Schade of slachtoffers werden niet gemeld en voorzover bekend bevatten de raketten geen chemische of biologische lading.
In Koeweit-stad ging in de loop van de dag meermalen het luchtalarm af. Mensen vluchtten de schuilkelders in, maar konden telkens na ongeveer tien minuten weer naar buiten. Over het algemeen bleef het rustig.
Een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken zei dat scheepvaart in Koeweitse wateren sinds gisteren verboden is en dat de politie in de hoogste staat van waakzaamheid verkeert. Een uitgaansverbod of afkondiging van de staat van beleg wordt vooralsnog niet overwogen. „Checkpoints zullen mensen er hopelijk van weerhouden om onnodige reizen te maken.”
De luchthaven van Koeweit was nog wel open. Alle uitgaande vluchten waren volgeboekt, voornamelijk met Aziatische arbeiders of westerlingen die het advies van hun regering opvolgden om te vertrekken. Ook op het vliegveld moesten wachtende passagiers naar buiten toen het luchtalarm klonk. „Iedereen haastte zich, maar er was geen paniek”, zei Mario Barac Nieto uit Columbia in Maryland (VS).
„Het afwachten en afvragen wat er gaat gebeuren is nu voorbij”, zei Ayyoub Mohammed, een psycholoog die bij een benzinestation -waar geen rijen wachtenden stonden- de tank van zijn terreinwagen vulde. Hij zei dat hij de Amerikaanse strijdkrachten zijn diensten als tolk had aangeboden en zijn vrouw en dochter naar vrienden in Iran had gestuurd, zodat hij zich geen zorgen over hen hoeft te maken als hij van huis is. Ayyoub verwachtte wel dat er meer aanslagen op Amerikanen in Koeweit zullen komen. Sinds 8 oktober zijn drie keer Amerikaanse militairen en burgers beschoten door moslimfundamentalisten.
Ali Bou Hamad, een gepensioneerde politieman, volgde het nieuws op een televisietoestel in een theehuis met een glimlach op zijn gezicht. „Spoedig zullen de Irakezen bevrijd zijn”, zei hij, „net zoals de Koeweiti’s twaalf jaar geleden. Ik luister de hele tijd naar de radio van de Iraakse oppositie. Het Iraakse volk heeft op deze dag gewacht.”
Speciale voorzorgen tegen een mogelijke Iraakse vergeldingsaanval had Bou Hamad niet getroffen. „Ik ben niet bang. Mijn land wordt beschermd door de Amerikanen en andere bondgenoten. Als Saddam chemische wapens probeert te gebruiken, zullen zij kernwapens tegen hem gebruiken.”
Een paar maanden geleden wilde de Koeweitse regering gasmaskers kopen voor alle 2,4 miljoen inwoners van het land, maar na overleg met de bondgenoten kwam zij van dat plan terug. In plaats daarvan zijn maar een paar duizend gasmaskers uitgedeeld aan arbeiders in de olie-industrie, de politie en hulpdiensten. De vice-premier, sjeik Sabah Al Ahmed Al Sabah, zei onlangs dat hij geen gasmasker ging gebruiken. De autoriteiten hebben de bevolking wel aangeraden een voorraad voedsel en drinkwater veilig opgeborgen achter de hand te houden.
„De oorlog voor de bevrijding van Irak is begonnen. Saddam zal belanden op de mestvaalt van de geschiedenis”, kopte de krant Al-Watan.
Jaber Youssef, een 38-jarige bankmanager, zei dat klanten de afgelopen dagen geen grote bedragen hebben opgenomen of overgemaakt. „De mensen wachten af. Ze hopen dat Saddam wordt verwijderd en dat de gehele regio zal opbloeien.”