De door oud-president Milosevic benoemde plaatsvervangend procureur-generaal Milan Sarajlic, die woensdag werd opgepakt, bekende donderdag dat hij samenwerkte met de Zemun-bende, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de moord op Djindjic.

Uit een verklaring van de regering bleek dat Sarajlic heeft toegegeven dat hij heeft gerommeld met rechtszaken tegen onderwereldfiguren en onderzoeken naar moordaanslagen op prominente Serviërs. Onlangs zou hij nog 150.000 euro hebben ontvangen voor informatie over een belangrijke getuige. Sarajlic is mogelijk ook verantwoordelijk geweest voor de invrijheidstelling van Dejan Milenkovic-Bugsy, die verdacht wordt van een mislukte moordaanslag op Djindjic in februari.

Ook werd donderdag het hoofd van de inlichtingendienst van het Servische leger ontslagen. Het is onduidelijk of het ontslag van Aca Tomic, bekend als een fel tegenstander van Djindjic, iets te maken had met de moord op de premier.

Ten tijde van Milosevic bestonden er nauwe banden tussen het regime en de maffia. Een woordvoerder van de regering zei donderdag dat de politie aanwijzingen heeft gevonden voor financiële betrekkingen tussen Zemun en voortvluchtige verdachten van oorlogsmisdaden. Hij gaf geen details.

De regering heeft de noodtoestand uitgeroepen, waardoor het leger politietaken mag uitvoeren en de politie verdachten op eigen gezag dertig dagen kan vasthouden. De Servische pers mag alleen nog informatie uit officiële bronnen publiceren.