De woestijn ten zuiden van de stad Tucson in de Amerikaanse staat Arizona is aangenaam droog. In de zomer kan de temperatuur hier oplopen tot boven de 50 graden Celsius, maar half maart is het 22, 23 graden.Over de brede snelwegen razen mensen op leeftijd met hun enorme campers. Snowbirds, noemen ze die hier: Amerikanen die de winter elders in het land ontvluchten. De miljoenen Saguarocactussen staan als cocktailprikkers in het landschap. De stekelige reuzen maken zich op om over enkele weken tot volle bloei te komen.

Het zuiden van Arizona oogt als een ideaal vakantieplaatje. Toch bezorgt dit gebied de autoriteiten behoorlijk wat kopzorgen. De grens met Mexico is nooit ver weg. Tienduizenden inwoners van dat land en andere Zuid-Amerikaanse landen zoeken jaarlijks illegaal hun weg naar de Verenigde Staten. Bendes helpen graag een handje, tegen grof geld uiteraard. Ook drugskoeriers maken ’s nachts dankbaar gebruik van het bergachtige grensgebied.

De US Customs and Border Protection heeft er de handen vol aan om drugkoeriers op te pakken en illegalen het land uit te zetten.

Sinds kort maakt de politiedienst gebruik van een nieuw wapen: de MQ-9 Predator B. Het onbemande verkenningsvliegtuig stijgt op van de luchtmachtbasis in Fort Huachuca en kan uren in de lucht blijven. Op ongeveer 6 kilometer hoogte draait de Predator stilletjes zijn rondjes boven het zuiden van Arizona. De infraroodcamera aan boord is op de grond gericht. Hij kan objecten ter grootte van een melkpak identificeren.

Vanuit een kleine aanhangwagen op Fort Huachuca volgen agenten van de Customs and Border Protection (CBP) deze nacht de beelden die de Predator uitzendt. Plotseling komt er een groepje mensen in beeld. Ze dragen kleine rugzakken en stoppen om de paar minuten om te rusten. „Illegalen op weg naar Tucson”, weet agent Jerry Kersey. Via de radio leidt hij collega-agenten met nachtkijkers naar de groep. Die stuift uiteen als ze in de gaten krijgt dat de politieagenten dichtbij zijn. Maar met de Predator valt niet te spotten. Kersey geeft door dat drie mensen uit de groep in dicht struikgewas zitten. „We zien ze altijd.”

De controle vanuit de lucht is zo succesvol, dat politici in koor roepen om meer Predators. Nu heeft de CBP zes toestellen: drie in Arizona, twee in North-Dakota en een voor testvluchten in Florida. Het agentschap wil graag een zevende toestel, te stationeren in Corpus Christi in Texas.

„Deze ogen in de lucht houden de Verenigde Staten veilig”, aldus het Democratische Congreslid Henry Cuellar. Hij komt uit de Texaanse grensstad Laredo en zou graag zien dat Predators ook het luchtruim boven het zuiden van Texas controleren. Maar de toestellen zijn niet goedkoop. Alleen al de camera van een Predator-B kost dik 2 miljoen dollar (1,5 miljoen euro).

Er gaan stemmen op om de onbemande militaire vliegtuigen die terugkomen uit Irak en Afghanistan, in te zetten op de zuidgrens van de Verenigde Staten. Dat roept vragen op over de veiligheid. Helemaal ongevoelig voor storingen zijn de Predators niet. Er slaat er nogal eens een tegen de grond. Bovendien moet er afstemming zijn met civiele toestellen in het luchtruim.

Er kleeft nog een maar aan de inzet van de Predator. Als het bewolkt is, ziet hij niks. Dan staan de agenten op de grond met lege handen en moeten ze zelf weer op zoek.

Agent Kersey glimlacht en zegt dat het probleem hard meevalt. „Zo vaak hebben we hier geen wolken.”