De gang naar de stembus was een „belangrijke stap in het politieke proces met het oog op het versterken van de nationale eenheid, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Irak.” Door sektarisch geweld kwamen op de verkiezingsdag 38 mensen om het leven. Maar volgens de Veiligheidsraad kan „geen enkele terroristische daad” Irak afbrengen van de „weg naar vrede, democratie en wederopbouw.”Het waren de tweede parlementsverkiezingen in Irak sinds de Amerikaans-Britse invasie in 2003, die een eind maakte aan de dictatuur van Saddam Hussein.

Zondag maakte 62,4 procent van de kiezers (11,4 miljoen mensen) de gang naar het stembureau. Dat maakte de kiescommissie maandag bekend, aldus de Arabische nieuwszender al-Jazeera. De opkomst is lager dan in 2005, toen het opkomstcijfer nog 75 procent was.

Vooral in de drie autonome noordelijke Koerdische provincies was de opkomst hoog. Zo ging in Dohuk rond de 80 procent van de kiezers stemmen. In de soennitische provincies Anbar en Nineveh lag het opkomstcijfer respectievelijk op 61 en 66 procent. De soennieten boycotten de verkiezingen van 2005. Toen stemden slechts 3375 mensen in Anbar.

Hamdiya al-Husseini van de kiescommissie zei dat vandaag de eerste voorlopige uitslagen zouden worden gepubliceerd als 30 procent van de stemmen is geteld. De voorlopige einduitslag volgt later in de week. De definitieve uitslag wordt pas aan het eind van de maand verwacht.

De strijd om het premierschap zal vermoedelijk gaan tussen Rechtsstaat, het blok van huidig premier Nuri al-Maliki, en de Iraakse Nationale Alliantie.