Buitenland

Liga niet naar Bagdad

De secretaris-generaal van de Arabische Liga, Amr Moussa, heeft dinsdag op het laatste moment besloten af te zien van een voorgenomen bezoek aan Bagdad.

AP
19 March 2003 10:46Gewijzigd op 14 November 2020 00:12

Moussa’s woordvoerder Hisham Youssef zei dat het door de ontwikkelingen in de afgelopen uren voor Moussa „onmogelijk is Bagdad te bezoeken”, zoals eerder het plan was. Op de vraag of Moussa met de Iraakse president Saddam Hussein en diens medewerkers had willen spreken over hun mogelijke vertrek uit Irak, zei Youssef dat dit „niet op de agenda” stond.

Moussa zei zelf eerder dinsdag dat het ultimatum van de Amerikaanse president George W. Bush aan de Iraakse leiders „buiten de internationale legitimiteit” valt. „Het stoppen van het diplomatieke werk en het kiezen voor oorlog houdt grote gevaren in”, aldus de secretaris-generaal.

Moussa zei ook dat hij een boodschap van de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Naji Sabri, had ontvangen, waarin deze de Liga opriep stappen te zetten om oorlog te voorkomen. Hij had contact opgenomen met de meeste Arabische ministers van Buitenlandse Zaken en maakte gewag van mogelijk spoedberaad in Caïro.

De Egyptische minister van Buitenlandse Zaken, Ahmed Maher, zei na contacten met Moussa en zijn Jordaanse, Marokkaanse en Tunesische ambtgenoten dat de diplomatieke mogelijkheden om een oorlog te voorkomen niet zijn uitgeput. Maher erkende echter dat hij recentelijk geen contact had gehad met Bagdad.

Syrië, het enige Arabische land in de VN-Veiligheidsraad, noemde het ultimatum van Bush in strijd met VN-resoluties, het VN-handvest en de principes van het internationaal recht. De regering in Damascus wees erop dat eenzijdig optreden tegen Irak kan dienen „als rechtvaardiging van agressie en inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van VN-lidstaten.”

Velen in de Arabische wereld wijzen op het unilaterale karakter van het ultimatum, dat niet steunt op een VN-mandaat en daarom als illegaal wordt gezien. In landen als Sudan en Egypte werden spontaan grote betogingen tegen de VS en Groot-Brittannië gehouden.

De Tunesische staatsmedia maakten melding van een bezoek van de Tunesische minister van Buitenlandse Zaken, Habib Ben Yahia, aan Bagdad, dat plaatsvond enkele uren nadat de VS hun ultimatum hadden gesteld. De regering verstrekte geen details, behalve dat Ben Yahia „een dringende verbale boodschap” van de Tunesische president Zine El Abidine Ben Ali voor Saddam had.

Verscheidene kranten zinspeelden erop dat Tunesië Saddam asiel had aangeboden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer