Rouvoet laat critici hoeken van Kamer zien
Demissionair minister Rouvoet van Onderwijs moest dinsdag in de Kamer uitleg geven waarom niet hij, maar staatssecretaris Van Bijsterveldt homo-emancipatie in de portefeuille heeft. De bewindsman liet zijn critici alle hoeken van de Kamer zien.
„Hallo Frank, hier met mij. Even kort, want ik ben nog aan het werk en heb zo een laatste overlegje met mijn politieke baas, Plasterk. Heb je het al gehoord? Rouvoet wordt minister van Onderwijs en hij neemt niet het onderdeel homo-emancipatie over uit de portefeuille van Plasterk. Schande! In de tijd dat we samen actief waren voor het COC zouden we daarvoor aan de bel trekken. Hoe kunnen we hier een punt van maken?”Zo kan vorige week dinsdag ongeveer de vraag hebben geluid van de topambtenaar die verantwoordelijk is voor het homo-emancipatiebeleid aan Frank van Dalen, de vroegere voorzitter van de homobelangenorganisatie COC en nu nummer 8 op de VVD-kandidatenlijst in Amsterdam. Het wereldje van de homolobby is machtig, maar ook klein. Iedereen kent iedereen. Naar verluidt heeft de betrokken ambtenaar ook direct de pers gealarmeerd.
Van Dalen moet na het telefoontje –of mailtje– direct achter zijn computer zijn gekropen en heeft op 24 februari een persbericht rondgestuurd met als kop: ”Rouvoet, maak je homoklus af”. Van Dalen sprak daar zijn teleurstelling uit over het feit dat Rouvoet het beleidsonderdeel homo-emancipatie „doorschuift naar demissionair staatssecretaris Van Bijsterveldt.”
Het persbericht bereikte uiteraard ook de Tweede Kamer. Het was een kolfje naar de hand van D66-Kamerlid Van der Ham, een verbeten voorvechter van homo-emancipatie. Hij riep gisteren Rouvoet tijdens het wekelijkse mondelinge vragenuur ter verantwoording.
„Waarom hebt u niet de gehele portefeuille van Plasterk overgenomen? Waarom hebt u dit? Waarom hebt u dat?” zo sneerde hij de ene na de andere vraag in Rouvoets richting. De democraat beperkte zich niet tot vragen, hij had ook zijn oordeel al klaar: „Dit is een gemiste kans. In de tijd dat kerken en moskeeën volop discussiëren over homoseksualiteit, zou het een mooi teken zijn dat juist u met uw politieke kleur de gelijke behandeling van homoseksuelen kunt bevorderen.” Als concrete voorbeelden noemde Van der Ham de acceptatie van homoseksuelen op orthodoxe scholen, de (vermeende) discriminatie van homoseksuelen die niet getrouwd hoeven te worden door ambtenaren met gewetensbezwaren tegen het zogenaamde homohuwelijk en de aanscherping van kerndoelen in het onderwijs over homoseksualiteit.
Rouvoet ringeloorde Van der Ham door te stellen dat de Kamer zich helemaal niet mag bemoeien met de portefeuilleverdeling van de bewindslieden; dat is een zaak van het kabinet. Toch wilde de minister zich er niet met dit jantje-van-leiden van afmaken. Of de heer Van der Ham wel had begrepen dat er helemaal geen sprake van was dat het onderdeel homo-emancipatie was afgesplitst van het oorspronkelijke takenpakket van Plasterk? Het gehele takenpakket van Plasterk was overgegaan naar staatssecretaris Van Bijsterveldt en het gehele takenpakket van staatssecretaris Dijksma naar Rouvoet. „Logisch”, aldus de kersverse minister van Onderwijs, basisscholen en kinderopvang passen beter bij het takenpakket als minister voor Jeugd en Gezin dan het hoger onderwijs. „En we wilden juist niet knippen.”
In tweede ronde probeerde Van der Ham te benadrukken dat het belangrijk is dat niet een staatssecretaris, maar een minister het onderdeel homo-emancipatie behartigt. Rouvoet zette Van der Ham schaakmat door te antwoorden: „Onderwerpen zijn niet alleen belangrijk als een minister ze onder zijn hoede heeft. In het kabinet CDA/VVD/D66 zat homo-emancipatie bij de staatssecretaris van Volksgezondheid.” En: „Homo-emancipatie zit bij D66 in de Kamer toch ook niet bij de fractievoorzitter?” De Kamer betuigde instemming met het antwoord van Rouvoet door op de bankjes te roffelen. Van der Ham droop af.
Vervolgens probeerde GroenLinks-Kamerlid Van Gent Rouvoet te ontlokken of hij zich wel gebonden weet aan de afspraken in het regeerakkoord over homo-emancipatie. Rouvoet troefde haar af door te stellen dat die passages er juist door zijn toedoen in zijn gekomen.
Op één punt kreeg Van Gent niet haar zin. Ze wilde dat Rouvoet op een zondag in augustus, net als zijn voorganger Plasterk, gaat meevaren in de Gay Pride. Daar voelt Rouvoet echter niets voor. Volgens hem valt er te twisten over de effectiviteit van de Pride om homo-emancipatie te bevorderen. Of die departementsboot dit keer meevaart, is bovendien nog niet duidelijk. Verder is de bewindsman al blij dat hij zijn agenda van vandaag en morgen kan overzien, „laat staan die van augustus. Mijn voorspelling zou zijn dat ik daar niet bij ben.”
Daarna kwam D66-Kamerlid Koser Kaya opdraven. Tot ieders verbazing stelde zij zo’n beetje dezelfde vragen als Van der Ham. Blijkbaar had zij niet naar het antwoord geluisterd. Rouvoet wreef haar dat met keurige parlementaire bewoordingen in. Beteuterd zocht Koser Kaya haar zitplaats weer op. De homolobby ving bot.