Dat blijkt uit een omvangrijk rapport van de “Chicago Council on Global Affairs” dat deze week gepubliceerd werd.De denktank, die zich bezighoudt met internationale betrekkingen, roept Amerikaanse beleidsmakers op om hun „seculiere politieke beleid” los te laten en meer te investeren in religieuze gemeenschappen wereldwijd. Volgens de leden van de denktank is het negeren van religie een blinde vlek en leidt het tot een inefficiënt en kortzichtig buitenlands beleid.

Het is zelfs zo, zeggen de opstellers, dat door het a-religieuze beleid van westerse landen conflicten escaleren. „Het promoten van het westerse secularisme als een oplossing voor religieus extremisme kan onbedoeld extremisme voeden omdat het wordt gezien als een bedreiging van de traditionele personele, culturele en religieuze identiteit.”

Met voorbeelden tonen de opstellers van het rapport het belang van religie aan: „Religieus activisme was niet alleen de drijfveer achter de aanvallen op 11 september, maar ook achter de val van de Berlijnse Muur. Het voedde de conflicten in Bosnië en Sudan, maar was ook de bron van het proces van vrede en vergeving in Zuid-Afrika en Noord-Ierland.”

Uit de studie blijkt verder dat de invloed van religieuze groepen in veel werelddelen toeneemt. De religieuze groepen houden zich niet exclusief bezig met godsdienst, maar hebben ook invloed op de politiek, cultuur, zakenwezen en wetenschap.

De denktank roept beleidsmakers in zijn rapport op zich niet alleen blind te staren op de scheidslijn christendom–islam. De opkomst van de pinksterkerken in Latijns-Amerika en de groei van het christendom in Afrika en Azië zijn niet te negeren ontwikkelingen, aldus de opstellers.