Kerk & religie

Refo500: carpoolen naar 2017

Nog maar nauwelijks bekomen van zowel het succes als de drukte van het Calvijnjaar gaf prof. dr. Herman J. Selderhuis vorige week in het Puttense Kasteel De Vanenburg de aftrap voor het grootscheepse project Refo500.

Tekst Eunice Hoekman-van Stuijvenberg
26 February 2010 09:24Gewijzigd op 14 November 2020 09:57
Prof. dr. Selderhuis. Foto RD
Prof. dr. Selderhuis. Foto RD

Mogelijk spreekt Nederland in 2017 over het R-woord als het over de Reformatie gaat. Om de zestiende-eeuwse gebeurtenissen bekendheid te geven, neemt Stichting Refo500 een lange aanloop. Zonder missie. Maar mét een bevlogen directeur.„We moeten het dit keer maar niet te wild maken”, zegt prof. Selderhuis ietwat droog, doelend op het Calvijnjaar. „Dat is niet vol te houden. De last van zo’n jaar is dat alles ook in één jaar moet gebeuren.” Refo500, dat de „normale Nederlander” wil laten kennismaken met de erfenis en de actualiteit van de Reformatie, smeert de activiteiten rond de 500e geboortedag van de Reformatie daarom uit over verschillende jaren.

Tot 2017 komen er negen thema’s aan bod, waaronder ”Geld en macht” (sociale en politieke veranderingen), ”Leer en kerk” (breuk en bloei in de kerk) en ”Kunst en cultuur” (cultureel erfgoed uit de tijd van de Reformatie). Het hamergeklop van Maarten Luther vormde het begin van grote Europese veranderingen op alle terreinen van de samenleving.

Tientallen organisaties, zogenoemde projectpartners, verenigden zich inmiddels onder de paraplu van Refo500. Organisaties die volgens prof. Selderhuis allemaal iets met de reformatieherdenking willen doen en daarbij nu gebruik kunnen maken van elkaars mogelijkheden. Daarbij gaat het niet zozeer om de identiteit van de deelnemers als wel om het gezamenlijke doel. Onder de deelnemers bevinden zich de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, het Nederlands Bijbelgenootschap, het Reformatorisch Dagblad, de Evangelische Omroep en de Katholieke Vereniging voor Oecumene Athanasius en Willibrord.

Refo500 heeft dan ook geen missie, geeft de directeur aan. „De partners dienen onafhankelijk van elkaar een project in als zij vinden dat dit aandacht verdient. Op deze wijze ontstaat er brede aandacht voor de Reformatie. We worden daarom wel een seculiere stichting genoemd. De Reformatie is dusdanig belangrijk dat we openstaan voor iedereen die iets met deze thematiek wil doen.” Inmiddels tonen ook Joodse organisaties belangstelling.

Stel, het is december 2017. Wat moet de gemiddelde Nederlander over de Reformatie weten?

„Ik hoop dat hij enig idee heeft van het belang van deze beweging voor vandaag. We willen de principes van vernieuwing en verandering zo neerzetten dat ze mensen verder helpen. Neem de verschillende rooms-katholieke organisaties die in Refo500 participeren. Zij zeggen: „De Reformatie heeft ook ons geraakt, ook al waren we het niet eens met de uitgangspunten. Ze heeft een proces van verandering en vernieuwing teweeggebracht.”

De prominente rol van rooms-katholieken heeft ook verbazing gewekt.

„Ik begrijp dat heel goed. Toch zou ik willen zeggen: wees er blij mee dat we in staat zijn om samen met de Reformatie bezig te zijn. Het project is niet bedoeld om dogmatische en kerkelijke verschillen weg te poetsen. Het gaat erom dat we samen mooie en vooral zinvolle dingen kunnen doen. Als het gevolg is dat mensen met elkaar in gesprek gaan, is dat meegenomen.”

Worden door alle goede bedoelingen fundamentele verschillen toch niet wat verdonkeremaand?

„Ik denk dat het tegendeel waar is. Of mensen nu protestants of rooms-katholiek zijn – velen weten niet meer waarom de wegen scheidden. De verschillen komen juist weer op tafel te liggen. Zoals in 2013, als er aandacht is voor de verschijning van de Heidelbergse Catechismus. Denk aan de vervloekte paapse mis, én het concilie van Trente, waar stevige vervloekingen zijn uitgesproken. De volgende vraag is: hoe praten we daar nu over? Onze opdracht is: relevante feiten voor het voetlicht halen. Wanneer partijen zeggen: „Hierdoor zijn we rooms dan wel protestants gebleven”, is dat hun goed recht.”

Bent u niet bang dat de rooms-katholieke deelname bevindelijk gereformeerden afstoot?

„Ik heb daar nog niets van gemerkt. Ik kan me voorstellen dat ze dit project een goed middel vinden om rooms-katholieken te laten weten waar het echt om gaat. Dat kán ook.”

Wat levert Refo500 op, als het aan u persoonlijk ligt?

„Ik hoop natuurlijk dat we één christelijke kerk krijgen. Maar ook dat mensen en instellingen in gesprek raken over wezenlijke dingen, dat Refo500 hen verbindt. Daarbij mogen verschillen overeind blijven. Het Calvijnjaar bracht veel mensen die elkaar op zondag niet zagen, bij elkaar. Misschien kan dat ook via Refo500. Het project is eigenlijk een carpoolplaats. Een aantal mensen wil naar dezelfde bestemming. Waarom gaan we niet samen? vragen zij zich af. „Ik heb geen auto”, zegt de één. „Mijn auto is te klein”, zegt de ander. Een derde, wiens auto groot genoeg is, biedt aan: „Als we met elkaar de benzine betalen, kunnen we samen reizen.” De reizigers gaan dus niet trouwen of in één huis wonen. Als ze onderweg zeggen: „Ik vind je wel leuk”, is dat mooi, maar niet de bedoeling van het carpoolen.”

Eerder dook u in het leven van Calvijn. Zou u ook met Luther een wijntje –of beter: een biertje– willen drinken?

„Innerlijk heb ik met Luther meer dan met Calvijn, maar ik wil geen keuze maken. Als je veel Luther leest, krijg je behoefte aan de structuur van Calvijn. Anderzijds: Luther knalt meer. Hij is een opspuitende bron, Calvijn meer een kanaal. Mijn voorliefde voor Luther ben ik trouwens ook verplicht aan mijn oudste, inmiddels overleden tante. Van haar kreeg ik, toen ik theologie ging studeren, mijn eerste kerkgeschiedenisboekje. Over Luther dus.”


Selderhuis

Herman Johan Selderhuis kwam op 21 mei 1961 ter wereld in Enschede. Hij studeerde aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), de universiteit waarvan hij nu rector is. Tien jaar lang, tot 1997, diende hij als gemeentepredikant de christelijke gereformeerde kerken van Hengelo en Zwolle. Intussen promoveerde hij. Dr. Selderhuis is sinds 1997 hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de TUA, sinds dit jaar is hij directeur van Stichting Refo500. Om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, legde hij zijn functie als directeur van het Instituut voor Reformatieonderzoek, dat is gelieerd aan de TUA, neer. Prof. Selderhuis is getrouwd en vader van zes kinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer