Rwanda dreigt weer troepen naar Congo te sturen
Rwanda stuurt opnieuw troepen naar buurland Congo als dat land zijn manschappen niet terugtrekt naar de posities zoals die zijn vastgelegd in een staakt-het-vuren uit 1999. Ook wil Rwanda dat het Ugandese leger uit Congo vertrekt.
Dat meldde de Rwandese minister van Buitenlandse Zaken, Charles Muligande, vrijdag.
De Ugandese en de Congolese regering hebben recentelijk troepen gestationeerd in Oost-Congo, dat voor een deel in handen is van door Rwanda gesteunde Congolese rebellen. Congo en Uganda krijgen volgens Rwanda daarbij ook hulp van overgelopen Rwandese soldaten en krijgers van de extremistische Hutu-militie Interahamwe, die in 1994 een massamoord aanrichtten in Rwanda.
Uganda heeft zijn militaire aanwezigheid in Congo de afgelopen weken verdubbeld tot 5000 soldaten met zware artillerie en tanks, waarvan 2000 manschappen in de buurt van de noordoostelijke stad Bunia. Zij hebben er een kleine groep door Rwanda gesteunde Congolese rebellen verjaagd uit de ertsrijke streek. De Ugandese regering ontkent de berichten. Beschuldigingen van samenwerking met Interahamwe noemt Uganda een grove belediging.
De verhoudingen tussen Rwanda en Uganda zijn sinds 1999 gaandeweg verslechterd. In oktober trok Rwanda zijn troepen terug uit Congo zoals was afgesproken in een vredesverdrag dat er ook voor zorgde dat troepen uit Zimbabwe, Angola en Namibië uit Congo vertrokken. Uganda beweert dat de Verenigde Naties hebben gevraagd om nog soldaten in de buurt van Bunia te houden, maar een VN-woordvoerder ontkende dat.
Omdat Congo het staakt-het-vuren van 1999 zou schenden en Uganda blijkbaar troepen in Congo mag stationeren, vindt Rwanda dat de VN tussenbeide moeten komen om de Ugandese troepen zich te doen terugtrekken en de Congolese troepen de afgesproken posities opnieuw te laten innemen. Anders ziet Rwanda zich verplicht om ook opnieuw troepen naar Congo te sturen, aldus minister Muligande.