Saddam dreigt met wereldoorlog
De Iraakse president Saddam Hussein heeft zondag gedreigd met een wereldoorlog. „Overal op de wereld waar er lucht, land en water is, kan de strijd worden uitgevochten”, zei Saddam volgens het Iraakse staatspersbureau INA.
INA gaf het bericht vrij terwijl de Amerikaanse president George Bush op de Azoren met de premiers van Groot-Brittannië, Spanje en Portugal overleg voerde over Irak. „Als Saddam vrede wil, kan hij het land verlaten”, zei Bush op een persconferentie na afloop. Dat leek Saddam niet van plan. De Iraakse president ontkende nogmaals dat Irak massavernietigingswapens bezit. Dat is niet zo, „maar geef ons de tijd en de benodigde middelen en we maken ieder wapen dat zij willen”, grapte Saddam. „En dan nodigen we ze uit om ze te komen te vernietigen.”
Als er nu oorlog uitbreekt, is Irak er klaar voor, zei Saddams minister van Buitenlandse Zaken Naji Sabri zondag tegen de Arabische nieuwszender al-Jazeera. „We bereiden ons volk al meer dan een jaar voor op deze oorlog”, zei Sabri.
Irak werd zaterdag per decreet van de Revolutionaire Commandoraad onderverdeeld in vier militaire gebieden. Saddams zoon Qusai en drie van Saddams getrouwen werden als commandant over die gebieden aangesteld. INA meldde dat de vier bevelhebbers verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en stabiliteit van hun regio en de bevoegdheid hebben om alle beschikbare middelen aan te wenden om hun taak te volbrengen.
Saddams zoon Qusai heeft het commando gekregen over Bagdad en regio en Saddams thuisstad Tikrit en regio. Qusai heeft jarenlang ervaring als commandant van het elitekorps de Republikeinse Garde. Daarnaast is hij al jaren belast met de persoonlijke veiligheid van zijn vader.
Saddams neef Ali Hassan al-Majid is belast met het opperbevel over de zuidelijke sector, waar in het geval van een oorlog de Iraakse troepen zich geconfronteerd zullen weten met de Amerikaanse en Britse troepen die zich nu in Koeweit bevinden. Al-Majid verwierf in 1988 de bijnaam Ali Chemicali omdat hij de opstandige Koerden in het noorden van Irak met chemische wapens liet bestoken. Zondag precies vijftien jaar geleden, op 16 maart 1988, vielen 5000 doden bij een chemische aanval op de Koerdische stad Halabja.
De strategische noordelijke sector is de verantwoordelijkheid van Saddams tweede man Izzat Ibrahim al-Douri. De districten langs de Eufraat in Centraal-Irak, waar de sjiitische heilige plaatsen Karbala en Najaf liggen, vallen onder het bevel van Mazban Khader Hadi, een lid van de Revolutionaire Commandoraad.
Saddam zelf behoudt het opperbevel over de luchtmacht en het gebruik van grond-grondraketten.
Saddam maakt zich dus op voor een oorlog, maar blijft tegelijkertijd proberen aan Amerikaans militair ingrijpen te ontkomen door samen te werken met de VN-wapeninspecteurs. Saddams wetenschappelijk adviseur Amer al-Saadi zei zaterdag dat hij Hans Blix, de leider van de wapeninspectieteams, en Mohamed al-Baradei, de directeur van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA), heeft uitgenodigd naar Bagdad te komen om nog resterende kwesties te komen bespreken. Blix zei dat hij over de uitnodiging van Bagdad maandag met de Veiligheidsraad zal praten.
De Verenigde Naties hebben zondag vijf van de acht helikopters die worden gebruikt door de wapeninspecteurs uit Irak weggehaald. Volgens Iraakse woordvoerders zijn de helikopters naar Syrië gevlogen. Ze zouden uit Irak zijn weggehaald omdat ze vanwege de oorlogsdreiging niet meer verzekerd konden worden.
Het gaat om vijf Amerikaanse Bell-212-helikopters. De drie helikopters die de VN in Irak laten, zijn van Russische makelij. Deze Mi-8-toestellen zijn verzekerd bij een andere verzekeringsmaatschappij.
VN-woordvoerder in Bagdad Hiro Ueki had zaterdag nog gezegd dat de tientallen wapeninspecteurs in Irak ondanks de toenemende oorlogsdreiging gewoon doorgingen met hun werk. Volgens Ueki waren er op dat moment zestig aan het werk en nog eens dertig even aan het relaxen op Cyprus.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell raadde buitenlanders in Irak zondag aan zich op te maken voor vertrek. Volgens ingewijde zegslieden hebben veel Europese diplomaten instructies gekregen om maandag uit de Iraakse hoofdstad te vertrekken. Van Duitsland is dat zeker: het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft alle Duitse staatsburgers dringend geadviseerd om Irak te verlaten. Zodra alle Duitsers uit het land zijn vertrokken zal de Duitse ambassade in Bagdad gesloten worden.