Zeeuwse zakken bereiken alle landen
Het is een van Europa’s grootste leveranciers van kunststofzakken. Interjute levert over de gehele wereld de verpakking voor onder meer tarwebloem, suiker, koffiebonen, mout en kunstmest. „Wij moeten het van grote aantallen hebben. Het is vaak letterlijk een centenkwestie.”
Kapellebrug, op de grens van Zeeuws-Vlaanderen en België, ligt op nauwelijks 15 kilometer van Antwerpen. De haven zelf komt steeds dichterbij. Het heeft voordelen om net buiten het havengebied te blijven, weet Interjutedirecteur Ron Wessels. „Je hebt dan geen last van allerlei specifieke bepalingen.”Officieel staat het zakkenbedrijf als ”de Internationale Jute Maatschappij” in de boeken, maar over die benaming braken buitenlandse klanten hun tong. Interjute heet het nu in het internationale verkeer.
De vader van directeur Ron Wessels en zijn broer Edward –werkzaam als exportmanager– begint in 1958 in Rotterdam met de handel in tweedehands jutezakken. „Dat was een belangrijke branche in Noordwest-Europa. Alleen al in Nederland waren er in die tijd 200 zakkenhandelaren.”
Al na enkele jaren wordt het schoonmaken en repareren van de zakken naar Zeeland verplaatst. In Kapellebrug staat een daarin gespecialiseerd bedrijfje, dat door Wessels senior wordt overgenomen. Het biedt het bedrijf een belangrijk voordeel: in de Belgische grensstreek wonen voldoende ongeschoolde arbeiders. „Belgen, afkomstig uit de textielindustrie, bleken voor dit werk het juiste gevoel te hebben. Bovendien was hun mentaliteit plezieriger dan die van de werknemers uit Rotterdam.” In 1982 wordt ook het kantoor overgeplaatst. „Je moest dicht bij de fysieke handel zitten. Het heen en weer gereis kostte bovendien veel tijd.”
In de jaren zeventig verdwijnen de jutezakken gestaag van de markt. „Als gevolg van de stijgende loonkosten, de opkomst van in het Verre Oosten gefabriceerde kunststofzakken en door eisen op het gebied van de hygiëne. Het ging per branche, de kunstmest liep voorop. Alleen in de suikerindustrie werd het voorschrift dat er jute gebruikt moest worden, vrij lang gehandhaafd.”
De polypropyleenzakken komen aanvankelijk vooral uit Taiwan en Thailand, later uit China en India. Interjute heeft zich vooral gespecialiseerd in de 50 kilo zakken. Big bags, bestemd voor bijvoorbeeld zand of stenen, worden in beperkte mate geleverd.
In 2009 werden er circa 60 miljoen zakken verkocht. Ongeveer twee derde verblijft enige tijd in de grote loodsen achter het kantoor aan de doorgaande weg van Hulst naar de grens. Dankzij die voorraad kan Interjute vrijwel direct aan de vraag van grote klanten voldoen. „We kennen de markt, schatten de risico’s in en zorgen ervoor dat de zakken er zijn. Op de afgesproken tijd en plek, over de gehele wereld. Dat is onze kracht”, aldus Wessels.
Vaak worden de zakken in Kapellebrug bedrukt. Ook het palletiseren gebeurt ter plaatse. Het proces is zo veel mogelijk geautomatiseerd, maar toch zijn nog steeds 25 van de in totaal 38 personeelsleden druk in de loodsen. Op kantoor zorgen gespecialiseerde, meertalige binnendienstmedewerkers voor de juiste logistieke processen.
Een deel van de zakken bereikt Kapellebrug nooit, maar wordt rechtstreeks van de producent naar de klant verscheept. Er zijn maar weinig landen waar Interjute geen zakendoet. Naast het Zeeuwse hoofdkantoor is er een zusteronderneming met tien werknemers in Spanje en een eigen agentschap in Boekarest.
Overstromingen, aardbevingen of hongersnoden leveren soms een onverwacht grote vraag op naar zakken waarin voedsel of andere hulpgoederen kunnen worden verscheept. Het Rode Kruis, de Europese Unie en andere instanties belast met hulpverlening weten de weg naar Kapellebrug te vinden.
De totale zakkenmarkt in West-Europa is de laatste tien jaar fors gekrompen, vooral als gevolg van de afbouw van subsidies in de landbouw. Ondanks die tendens heeft Interjute enkele goede jaren achter de rug. „Wij merken er niet zo veel van dat de export binnen Europa is afgenomen, omdat we meer gericht zijn op delen van Afrika, Midden-Amerika en het Verre Oosten. Ook de crisis heeft ons weinig schade berokkend.”
De omzet bedroeg het afgelopen jaar circa 20 miljoen euro. Wessels wil dat evenaren of zelfs overtreffen door zich nog sterker internationaal te profileren. Hij zoekt partners om in andere landen nevenvestigingen te openen. „Want sommige werelddelen zijn nu eenmaal te ver weg om van hieruit snel en goed te bestrijken.” Kleinschalige oplossingen schuwt hij. „Wij moeten het van grote partijen hebben. Enkele centen per zak maken soms het verschil.”