Zelfs na bomaanslag kan Max Boon Indonesië niet vergeten
De jonge Nederlandse zakenman Max Boon raakte op 17 juli zwaargewond toen bomaanslagen twee westerse hotels Jakarta troffen. Nu is de 33-jarige Boon voor het eerst terug in de Indonesische hoofdstad. Deze maand is het proces begonnen tegen dertien verdachten die bij de bomaanslagen betrokken waren.
In het expatcafé Eastern Promise in Zuid-Jakarta verzamelen zich maandagavond tientallen Nederlanders en Amerikanen. Schuin boven de biertap hangt een groot oranje spandoek: ”Welcome back Max”.Het is een bijzonder moment. Alle aanwezigen wachten op de eregast van vanavond: De 33-jarige zakenman Max Boon, die op 17 juli op het nippertje een bomaanslag in Jakarta overleefde.
In het populaire café beëindigen alle gasten rond zeven uur plotseling hun gesprek. Max Boon komt in zijn rolstoel de volle feestzaal binnen. De Nederlandse gemeenschap in Jakarta, die nog steeds erg geschokt is door de bomaanslagen, toont zich deze avond erg geëmotioneerd. Iedereen verzamelt zich snel om Boon heen. „Ik kom hier om al mijn vrienden en kennissen te zien”, vertelt Max met een grote glimlach. „Een erg aangrijpend bezoek, nadat ik zo plotseling uit mijn leven hier werd gerukt. Maar ik houd van Indonesië.”
Max Boon werd drie dagen na de bomaanslag in het J.W. Marriot Hotel in Jakarta zwaargewond naar een ziekenhuis in Singapore overgevlogen, waar hij tot eind augustus op de intensive care behandeld werd. Daar moest hij herhaaldelijk geopereerd worden. Hij verloor uiteindelijk zijn beide onderbenen. Bij de aanslag werd 70 procent van zijn lichaam zwaar verbrand. Ook raakte een deel van zijn arm verbrijzeld; een ijzeren projectiel kwam in zijn borst dicht bij zijn hart terecht.
In september werd hij overgebracht naar Nederland, waar hij aan een loodzwaar revalidatieproces begon.
Zijn liefde voor Indonesië lijkt hij echter nooit te hebben verloren. Hij beschreef zijn warme gevoelens voor de archipel augustus vorig jaar in een brief aan de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono.
Volgens ooggetuigen reageerde de oud-generaal zeer ontroerd op het verhaal van de jonge, zwaargewonde Nederlander. Yudhoyono beantwoordde de zeer persoonlijke brief direct. Hij zou in zijn antwoord aan Boon hebben bezworen de daders van de bomaanslagen op te sporen. Ook omdat de president zelf op het nippertje aan een bomaanslag van moslimextremisten ontsnapte, zo bleek afgelopen week.
In de rechtbank van Zuid-Jakarta werd tijdens het verhoor van de verdachte extremist Amir Abdillah duidelijk hoe doelgericht de daders handelden bij hun aanval op het hotel.
Moslimextremisten zouden met een auto vol explosieven de presidentiële colonne van Yudhoyono bij diens privévilla in het West-Javaanse Cikeas hebben willen aanvallen, bekende de verdachte Amir Abdillah.
Kort voor de geplande bomaanslagen werden de twee verantwoordelijke extremisten echter op een steenworp afstand van de villa door politieagenten tijdens een arrestatie doodgeschoten.
De 34-jarige Abdillah werkte als chauffeur voor het Maleisische meesterbrein van de bomaanslagen, Noordin M. Top. Tijdens de rechtszitting vertelde Abdillah, die levenslang kan krijgen, hoe tijdens de aanslag op het Marriot Hotel tot op de laatste seconde via een mobiele telefoon contact werd gehouden met de 18-jarige hoofddader, Dani Dwi Permana. Duidelijk werd hoe doelgericht de jonge Indonesiër, die beladen was met explosieven, in het vijfsterrenhotel te werk ging. Toen hij een kleine hotellounge naderde, waar de groep zakenlieden van westerse topbedrijven –onder wie Max Boon– gezamenlijk ontbeten, werd hij tegengehouden door een hotelemployee. „Ik moet mijn baas iets geven”, benadrukte Dwi Permana herhaaldelijk na protest van de employee.
Uiteindelijk mocht hij onder begeleiding van een andere hotelmedewerker het zaaltje betreden, waarna de bomaanslag plaatshad.
De goede voorbereiding door de aanslagplegers en hun nauwkeurig gekozen doelwit heeft de westerse zakengemeenschap in Jakarta de afgelopen maanden flink wakker geschud.
President Yudhoyono heeft zich tegelijkertijd ook grotendeels aan zijn belofte aan Max Boon kunnen houden dat hij de daders van de aanslag zou opsporen en uitschakelen. Zo schoot de politie in augustus in Midden-Java de bloemist dood die werkzaam was in het Ritz-Carlton-hotel op het moment dat moslimextremisten het hotel op het oog hadden. De man bleek de terroristen van logistieke steun te hebben voorzien.
Een maand later werd het meesterbrein achter de aanslagen, Noordin M. Top, door zwaarbewapende politieagenten uitgeschakeld. In oktober schoot de politie in Jakarta twee Indonesische broers dood, die leiding hadden gegeven aan de juliaanslagen in Jakarta.