Meer dan 70 arrestaties na moord op Djindjic
De Servische politie heeft donderdag meer dan zeventig leden opgepakt van de misdaadbende die volgens de regering achter de moord op premier Zoran Djindjic zit. Ook twee voormalige naaste medewerkers van oud-president Slobodan Milosevic werden gearresteerd.
De ex-medewerkers van Milosevic zijn voormalig chef van de geheime dienst Jovica Stanisic en dienst plaatsvervanger Franko Simatovic. Beiden zouden banden hebben met de criminele Zemun-clan, die geleid wordt door Milorad Lukovic, alias Legija, het voormalige hoofd van een speciale politie-eenheid. Hij geldt als hoofdverdachte van de moord. De Servische krant Daily Nacional meldde donderdag op de voorpagina dat de regering ”operatie Wervelwind” is begonnen om zo snel mogelijk de overige verdachten op te pakken.
„Ik verzeker u ervan dat we alle verantwoordelijken zullen arresteren en iedereen die zich tegen arrestatie verzet zullen liquideren”, zei de Servische minister van Binnenlandse Zaken, Dusan Mihajlovic. Door het hele land wordt intensief naar de nog voortvluchtige verdachten gezocht, voegde commandant Milan Obradovic van de politie in Belgrado daar aan toe.
De politie weet op basis van een eerste politieonderzoek te melden dat er bij de moord op Djindjic woensdag drie sluipschutters waren, alledrie in donkerblauwe overalls gehuld. De mannen vuurden vanuit een open raam op de tweede verdieping van een nabijgelegen gebouw. Daarna maakten zij zich lopend uit de voeten.
In heel Servië is sinds donderdag de noodtoestand van kracht. De politie mag daardoor arrestanten op eigen gezag maximaal dertig dagen lang vasthouden en ondervragen. Demonstraties en stakingen die verband houden met de dood van Djindjic zijn verboden, tenzij de overheid toestemming geeft. De pers heeft instructies gekregen alleen informatie uit officiële overheidsverklaringen te publiceren.
Het leger is in verhoogde staat van paraatheid en helpt de politie bij het opsporen van de moordenaars. Op tal van plaatsen in en rond Belgrado controleerden zwaarbewapende politieagenten donderdag auto’s en hun bestuurders.
Concerten, sportwedstrijden en soortgelijke evenementen zijn de komende dagen afgelast. Veel vlaggen hingen halfstok en het Servische parlement hield een herdenkingsbijeenkomst, waarbij de ultranationalisten van de Radicale Partij niet kwamen opdagen. Djindjic’ medewerker Cedomir Jovanovic riep in herinnering wat Djindjic vorige maand na de mislukte aanslag op zijn leven zei: „Je kunt me neerschieten, je kunt me vermoorden, maar dit land en zijn democratisch systeem zullen blijven functioneren.”
De vrees voor chaos is echter algemeen. Aangewezen opvolgers voor Djindjic zijn er niet en de kans dat er een machtsstrijd uitbreekt is groot. De Montenegrijnse premier Milo Djukanovic zei donderdag te vrezen voor de toekomst van de onlangs in het leven geroepen unie van Servië en Montenegro. Het nieuwe staatsbestel was een idee van de Europese Unie en Djindjic was de voornaamste pleitbezorger in Servië. Zijn grote tegenstrever, oud-president van Joegoslavië Vojislav Kostunica, was fel tegen.
Kostunica’s partij DSS noemde de afkondiging van de noodtoestand een „extreme en potentieel gevaarlijke maatregel”, die een klimaat van angst en wantrouwen zal versterken. De autoriteiten hadden er beter aan gedaan alle politieke partijen te vragen een ’overgangsregering’ te vormen, aldus de partij. Vice-premier Korac ziet daar geen heil in. „Het politieke toneel is uitgekristalliseerd. De ene kant wil zelfs met zijn leven betalen voor hervormingen, aan de andere kant heb je pseudo-helden die in werkelijkheid moordenaars zijn.”
Volgens de Servische grondwet moet waarnemend president Natasa Micic een nieuwe premier benoemen die kan rekenen op steun van de meerderheid in het parlement. Voorlopig wisselen de vijf vice-premiers elkaar af als regeringsleider ad interim.
Gezanten Javier Solana en Chris Patten van de Europese Unie waren donderdag in Belgrado om de regering hun condoleances aan te bieden en hun steun te betuigen aan de democratische hervormingen die Djindjic heeft ingezet. „We willen duidelijk maken dat wij van plan zijn met u samen te werken en u te helpen op de reis die u bent begonnen”, zei Patten. „Terugkeer is niet mogelijk. We zullen u elke horde helpen nemen.”
Bij het regeringsgebouw waar Djindjic werd vermoord verzamelden zich donderdag honderden mensen. Ze legden bloemen neer en staken kaarsen aan.
De premier wordt zaterdag op de belangrijkste begraafplaats van Belgrado begraven. Kort daarvoor leidt patriarch Pavle van de Servisch-Orthodoxe Kerk een dienst voor zijn nagedachtenis. Djindjic’ Democratische Partij kiest zondag een definitieve opvolger voor de vermoorde premier.
Nederlanders die hun medeleven met Servië willen betuigen, kunnen zich melden bij de ambassade van Servië en Montenegro in Den Haag. Daar werd donderdag een condoleanceregister geopend. Na de moord op de premier is de ambassade via de telefoon, e-mail en fax met blijken van medeleven overspoeld.