Bestuur New York keert zich tegen oorlog in Irak
Na maanden van debat zijn de politici in de stad die het hardst is getroffen door de terreuraanslagen van 11 september 2001 het eens geworden over een motie waarin een oorlog tegen Irak wordt verworpen.
In navolging van zo’n 125 andere Amerikaanse stadsbesturen zou de gemeenteraad van New York woensdag nog een verklaring aannemen waarin ze de regering oproept af te zien van een aanval op Irak „totdat alle andere middelen voor het afdwingen van medewerking aan de resoluties van de VN-Veiligheidsraad zijn uitgeput”, aldus de ontwerptekst.
De eerste versies van de motie die in de raad circuleerden riepen president George Bush op Irak niet aan te vallen zonder mandaat van de Verenigde Naties, maar dat ging veel stadsbestuurders toch te ver. „We mogen niet vergeten dat een paar blokken hiervandaan duizenden mensen zijn omgekomen als gevolg van een terroristische aanslag”, aldus gemeenteraadslid Peter Vallone, een van de vele Democraten in de vijftig leden tellende gemeenteraad.
Een ander Democratisch raadslid, Charles Barron, verwoordt een opinie die eveneens veel steun vindt in de raad. „Er is geen verband aangetoond tussen Saddam Hussein en de aanslagen van 11 september en de regering heeft ook niet duidelijk kunnen maken dat hij banden heeft met al-Qaida. Waarom zou de gemeenteraad van New York de regering dan niet zeggen dat zij fout zit?”, aldus Barron.
De drie Republikeinen in de gemeenteraad zullen tegen de motie stemmen. „Dit is de gemeenteraad en niet de Veiligheidsraad. Het lokale bestuur hoeft zich niet te mengen in internationale aangelegenheden”, aldus raadslid James Oddo.
De woensdag overeengekomen compromistekst heeft de steun van 31 gemeenteraadsleden, ruim voldoende om te worden aangenomen.