Kindermoordenaar zaait paniek op Java
Een Indonesische seriemoordenaar heeft bekend zeker twaalf straatkinderen in Jakarta op gruwelijke wijze te hebben vermoord. Volgens de Indonesische kinderbescherming is de affaire slechts het topje van de ijsberg: „Het geweld tegen de 12.000 straatkinderen in Jakarta moet nu eindelijk eens stoppen.”
De dertienjarige Diki leeft al vijf jaar op straat. In de buurt Pulogadung, Oost-Jakarta, speelt hij met een gitaar Indonesische popliedjes voor automobilisten. Hij verdient er omgerekend bijna twee euro per dag mee. Zijn vader is ook straatmuzikant, zijn moeder woont nog in de kampong in Brebes, Midden-Java. „Mijn oog heb ik verloren door een katapult tijdens een straatgevecht”, vertelt Diki stoer over zijn beschadigde linkeroog. Voor de deur van een winkel in Jakarta leerde hij sigarettenverkoper Babe kennen.„Hij was een aardige man, die ons onderdak bood in zijn bouwvallige huisje”, zegt Diki. „We sliepen met zijn zessen op de grond. Meisjes mochten er niet komen.” Op 7 januari verdween Diki’s tienjarige vriendje Andryansah. Zijn moeder ging naar de politie, waarna uren later zijn zwaar verminkte en onthoofde lichaampje werd gevonden. Een dag later arresteerden rechercheurs de 49-jarige Baikuni alias ”Babe” in zijn huisje. Babe gaf al snel toe het jongetje te hebben verkracht en vermoord. Dagen later bekende hij sinds 1997 nog elf andere kinderen te hebben verkracht en op gruwelijke wijze vermoord. De in stukken gesneden lichaampjes stopte hij in kartonnen dozen, die hij naar Magelang en andere plaatsen op Java bracht en begroef.
De Indonesische bevolking namde afgelopen weken vol afschuw kennis van de gruwelijke daden van Babe. „Mijn kantoor werd over-spoeld door vragen van bezorgde ouders”, vertelt Arist Merdeka Sirait, secretaris-generaal van de Nationale Commissie voor Kinderbescherming. Na de arrestatie van Babe kwam een nieuwe zaak in Noord-Jakarta aan het licht. Een 24-jarige chauffeur van een minibusje zou de afgelopen maanden zeker veertien straatkinderen hebben verkracht. Bewoners van de arme buurten van Jakarta eisen dat hun overheid nu eindelijk iets onderneemt om hun kinderen te beschermen tegen seksueel misbruik.
De gouverneur in Jakarta, Fauzi Bowo, staat nu onder grote druk om maatregelen te nemen om het seksueel misbruik van straatkinderen te stoppen. De afgelopen week besloot de politie in de voorsteden van Jakarta Depok en Bekasi tientallen straatkinderen bij elkaar te brengen. Op straathoeken hielpen ze grote groepen straatkinderen formulieren in te vullen.
De Nationale Commissie voor Kinderbescherming protesteerde fel tegen de onderzoeksmethode van de lokale overheid. „Ze vragen de kinderen of ze pijn in hun achterste hebben en of ze slachtoffer zijn van sodomie. Terwijl hun vriendjes en voorbijgangers eromheen staan. Ze behandelen de kinderen als een soort criminelen”, briest Sirait, die in het Indonesisch parlement een boekje opendeed over de omstreden werkwijze van de gemeenteambtenaren.
Critici menen dat de Indonesische regering zich de afgelopen jaren te zeer beperkt door enkel te zoeken naar onderdak voor de straatkinderen. „Maar het werkelijke probleem ligt juist bij de armoede in de gezinnen”, aldus jeugdwerker Agusman.