Bos uit ook felle kritiek op top ABN
Net als president Nout Wellink van De Nederlandsche Bank heeft minister Bos kritiek geleverd op uitlatingen van Rijkman Groenink, de oud-topman van ABN AMRO. Die was er verantwoordelijk voor dat ABN zich begin 2007 „al in de vernieling had gedraaid.”
Bos zei dat donderdag, op de laatste dag van het eerste deel van de verhoren van de commissie-De Wit. Die doet onderzoek naar de oorzaken van de kredietcrisis. Groenink had woensdag gezegd dat Bos de overname van ABN AMRO had kunnen tegenhouden en de Nederlandse schatkist daarmee 30 miljard euro had kunnen besparen.Maar volgens Bos was ABN AMRO in 2007 helemaal niet zo sterk. Het was Groenink die „een heel mooi kroonjuweel” liet verworden tot een bank die „niet meer op eigen benen kon staan.” Onder leiding van Groenink presteerde ABN AMRO onder de maat, maakte de bank te hoge kosten en hief die beschermingsconstructies tegen overnames op, zei Bos. „Dan moet je niet raar kijken als er kopers komen.”
Nederland kon in september 2007 niet anders dan akkoord gaan met de overname door Fortis, Royal Bank of Scotland (RBS) en Banco Santander, zei Bos. Alleen bij heel grote bezwaren had hij een zogeheten verklaring van geen bezwaar kunnen weigeren. Maar met de informatie van dat moment leek het bankentrio solide genoeg om de exercitie te kunnen volbrengen.
Ook Nout Wellink van DNB zei dat op het moment dat het groene licht werd gegeven, de buitenlandse banken aan de zwaarst mogelijke eisen voldeden. Persoonlijk had hij het „uit elkaar scheuren” van ABN AMRO dolgraag willen voorkomen, maar hij kon dat niet.
Bos zei dat hem en Wellink ook in algemene zin niet valt te verwijten dat de crisis in Nederland leidde tot de nationalisatie van grote delen van ABN AMRO en het geven van steun aan onder meer ING, dit alles met belastinggeld.