Onvermijdelijke speech die Zuid-Afrika veranderde
De Zuid-Afrikaanse president F. W. de Klerk verbaasde op 2 februari 1990 vriend en vijand door een punt achter de apartheid zetten.
Vlak voordat De Klerk op die datum aan zijn speech begon, fluisterde hij zijn vrouw Marike toe: „Vanaf vandaag zal Zuid-Afrika nooit meer hetzelfde zijn.” Zijn vrouw wist nog niets van de inhoud van zijn rede. Pas op 31 januari had De Klerk zijn ministers over de inhoud ingelicht en hun strikte geheimhouding opgelegd, zelfs voor hun echtgenotes. Ook hijzelf had zich aan die afspraak gehouden.Dat er iets in de lucht hing, was wel bekend. De internationale pers had zich in Kaapstad verzameld, hopend op mededelingen over de vrijlating van Nelson Mandela, die al 27 jaar vastzat op -onder meer- Robbeneiland. Met een datum voor diens invrijheidsstelling kwam De Klerk echter niet. Opzettelijk, omdat de inhoud van zijn speech dan volledig door dat nieuws zou zijn ondergesneeuwd.
In zijn autobiografie ”The Last Trek” memoreert De Klerk dat zijn medewerkers op de ochtend van 2 februari de bustes van zijn voorgangers met hun gezicht naar de muur hadden gekeerd. Zeker Hendrik Verwoerd, president van Zuid-Afrika van 1958-1966, en de feitelijke architect van de apartheid, zou de koerswijziging van zijn partij niet hebben kunnen verdragen.
De Klerk maakte in één moeite aan vrijwel alle apartheidswetten een einde. De ban op het ANC en andere ‘revolutionaire bewegingen’ werd opgeheven en de vrijlating van alle politieke gevangenen aangekondigd. Ook kondigde de president vrijheid van onderwijs en media aan. Feitelijk was daarmee de apartheid ten einde.
De rede, ter opening van het parlementaire jaar, was het grootste moment in de loopbaan van De Klerk, die op dat moment nog maar nauwelijks een half jaar aan het roer van de regering stond. „Ik werd op de ochtend van 2 februari wakker met een gevoel van lotsbestemming”, schrijft hij in zijn biografie. „Ik wist dat mijn toespraak een nieuw tijdperk zou inluiden. Ik voelde me als een atleet in de startblokken, wachtend op het startschot.”
De speech was in zekere zin onontkoombaar geweest. Een simpele analyse had De Klerk tot het besef gebracht dat het gedaan was met de apartheid. De Koude Oorlog was voorbij en daarmee was de wereld niet langer in twee machtsblokken verdeeld. Het betekende dat Zuid-Afrika nog verder zou worden geïsoleerd. De al dan niet verholen steun van westerse landen, die enkel uit angst voor het communisme was ingegeven, verviel nu ook. Er dreigde daardoor een economische ramp. De vele sancties en reisbeperkingen konden alleen maar opgeheven worden door onderhandelingen met het ANC.
Bovendien maakte het einde van de Koude Oorlog het ANC in de ogen van de regering zwakker. Binnen de regerende Nationale Partij leefde de krachtige overtuiging dat het ANC en andere organisaties onder sterke invloed van de Sovjet-Unie stonden. Nu het „rode gevaar” neergeslagen was, kon het verbod op het ANC ook makkelijker opgeheven worden.
Binnen de Nationale Partij was al langer een diepgaande bezinning aan de gang over de juiste politiek voor Zuid-Afrika. Onder De Klerks voorganger P. W. Botha waren er al verschillende scherpe kantjes van het apartheidsbeleid gehaald.
In december 1989 had De Klerk zich met zijn regering van de Nationale Partij in een wildpark teruggetrokken voor een Bosberaad. Tijdens hun beraadslagingen over een nieuw Zuid-Afrika besloten ze dat het belangrijk was als regering het initiatief te nemen. Volgens De Klerk was het hele kabinet na het beraad klaar voor een grote stap vooruit.
De stap op 2 februari zou echter nog groter zijn dan tijdens het Bosberaad was bedacht. De Klerk besloot dat een paradigmaverandering nodig was. „Mijn natuurlijke instinct was om te kiezen voor een stap-voor-stapbenadering, maar dat moest ik overwinnen”, schrijft hij in zijn biografie. „We moesten het volk ervan overtuigen dat onze acceptatie van een verenigd Zuid-Afrika met universele rechten niet alleen maar een onderhandelingsstrategie was en dat we niet zouden proberen vast te houden aan apartheidselementen onder een andere gedaante.”
De reacties op 2 februari waren overweldigend. Een doorgewinterd criticaster van de Nationale Partij, journalist Alister Sparks, mompelde vol ongeloof: „Hij heeft het allemaal gedaan!” Aartsbisschop Desmond Tutu kwam bijna niet uit zijn woorden. „Wat hij heeft gezegd, heeft mij de adem benomen. Het is ongelooflijk!”
De Klerk noteert dat er van over de hele wereld felicitaties binnenkwamen. Alleen de Conservatieve Partij reageerde verbolgen. „Gesprekken met ANC zijn verraad”, kopte de huiskrant van de partij, Die Patriot.
Uiteraard volgde er uit de toespraak van 2 februari veel werk om het apartheidssysteem daadwerkelijk te ontmantelen. Tijdens twee grote conferenties (Codesa I en II) werd er onderhandeld over een nieuwe grondwet. De periode van 1989 tot 1994 wordt in geschiedenisboeken dan ook wel aangeduid als de overgangsperiode. Maar op 2 februari 1990 was de knop definitief omgezet.