Kerk & religie

„Christen moet zichtbaar worden”

„De refozuil is een zoutvat dat door de refo’s in de wereld leeggestrooid moet worden.” Deze stelling poneerde drs. Ton van der Schans, docent geschiedenis aan Driestar Educatief in Gouda, zaterdagavond.

Kerkredactie
25 January 2010 09:10Gewijzigd op 14 November 2020 09:41
Franca Treur in gesprek met debatleider Evert van Dijkhuizen. Foto's RD, Anton Dommerholt
Franca Treur in gesprek met debatleider Evert van Dijkhuizen. Foto's RD, Anton Dommerholt

Hij sprak tijdens een debatavond van de Kom Ook-groep, die avonden voor christelijke jongeren organiseert in Hoevelaken. Het debat, onder leiding van RD-journalist Evert van Dijkhuizen, had als titel: ”Refozuil: onder vuur of vol vuur?”Behalve Van der Schans deden aan het debat mee José Baars, auteur van het onderzoek ”De onschuld voorbij”, Arjan Boone, „kunstenaar en oud-gereformeerd”, Franca Treur, auteur van het boek ”Dorsvloer vol confetti”en ds. R. van de Kamp, hersteld hervormd predikant te Barneveld.

Bijna alle aanwezigen – de zaal was afgeladen vol – waren het met de stelling van Van der Schans eens. De historicus toonde zich overigens een vurig verdediger van de zuil, die volgens hem veel zegen gebracht heeft en nog steeds brengt, niet het minst op de scholen. De zuil sluit het zijn van een zoutend zout niet uit, meent hij.

Ds. Van de Kamp had een vergelijkbare stelling: „Christenen moeten uit de zuil komen om zo weer zichtbaar te worden voor de wereld.” Hij was echter minder gelukkig met de zuil. De predikant stelde dat christenen tamelijk weerloos zijn door zich daarin op te sluiten, omdat ze dan met de rug naar de wereld staan. „Heeft de vijand ons niet volledig te pakken?” vroeg hij zich af. „We doen hetzelfde als de wereld, maar we doen het reformatorisch.”

„Hoe komt het dan dat refo’s zo weinig een zoutend zout zijn?”, was de vraag. Arjan Boone vertelde dat het heel moeilijk kan zijn. Hij was tijdens zijn studie op een uitnodiging van een aantal studenten ingegaan en kwam erachter dat hij met satanisten te doen had die aan verderfelijke experimenten meededen. Toen hij daar wat van zei liep het contact uit op een heftige ruzie.

Ds. Van de Kamp: „We moeten levende christenen zijn, dan komt de communicatie vanzelf.” Hij vindt het belangrijk om goede aanknopingspunten voor het gesprek te vinden in de alledaagse situatie, zoals Paulus dat deed toen hij in Athene was.

Franca Treur

Franca Treur, van wier boek inmiddels de achtste druk verschenen is, vroeg om de ongelovige partner serieus te nemen en er niet boven te staan. „Als er geen gelijkwaardigheid is, krijg je rare discussies.” Zij stelde dat het in haar boek niet gaat om de buitenkant van de reformatorische groep, maar om de kern ervan. „Katelijne, de hoofdpersoon, stelt vragen bij het grote verhaal. Het is gevaarlijk om te denken dat je de waarheid in pacht hebt. Elke ideologie die dat doet zit fout. Het boek had bij wijze van spreken ook kunnen gaan over moslims of over het communisme.”

Toen iemand haar vroeg waarom ze afscheid van het christelijke geloof had genomen (ze komt uit de Gereformeerde Gemeenten) antwoordde ze: „In de Bijbel staat dat het oordeel komt, maar daar kan niemand iets zinnigs over zeggen. We weten niet of de rechterstoel er echt is. We moeten wat bescheidener zijn.”

José Baars zei dat er op de Pieter Zandt Scholengemeenschap in Kampen (waar ze onderzoek deed), veel „gedoe” over rokjes voor meisjes was. Zij vroeg of een vrouw reformatorisch wordt door een rok aan te trekken. Het antwoordt van de zaal was nee. Vervolgens vroeg ze of een reformatorisch meisje dat een pantalon aantrekt nog wel reformatorisch is. De aanwezigen reageerden, door het opsteken van rode of groene blaadjes, verdeeld. Ze waren het wel eens met haar stelling dat het nodig is om zich uit te spreken tegen de buitenwereld, omdat „anders het vuur dooft.”

Tijdens zijn inleidende column zei Van Dijkhuizen dat de reformatorische zuil ooit bedoeld was als een bushokje: om even te schuilen en dan de reis door het leven te vervolgen. Dat hokje is echter een bastion geworden met dichte ramen en deuren. Van der Schans reageerde met de opmerking dat de zuil geen bushokje moet zijn maar een tankstation waar brandstof te halen is. Ds. Van de Kamp zei hierover later: „Als we de zuil als een benzinestation zien, moeten we daar niet een broodje gaan eten.”

Volgens Franca Treur is de zuil al volop in verandering. „Mensen gaan in discussie op internet. Het gaat de goede kant op.” Ds. Van de Kamp antwoordde dat thuis de eerste plaats voor vragen is en vervolgens de kerkelijke gemeente, maar als jongeren geen antwoord krijgen is Refoweb, waaraan hij zelf meewerkt, een mogelijkheid. Hij voegde eraan toe: „Wij hebben het beste product en dat nog wel voor niets, maar we zijn helaas niet genoeg in staat om het aan de man te brengen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer