Babygeluiden uit de puinhopen van Haïti
Een krappe week speurden ze in de puinhopen van Haïti. Op zoek naar overlevenden. Komend weekend keren de mensen van het reddingsteam USAR (Urban Search and Rescue Team) terug naar Nederland. „Er klonk een luid gejuich toen we een moeder en kind konden redden.”
Grote blijdschap, eind vorige week bij het USAR-team in het zwaargetroffen Haïti. De reddingswerkers konden een vrouw uit het puin verlossen. Daarna volgde haar dochtertje. Levend. „Toen het bericht op ons basiskamp binnenkwam, steeg er een luid gejuich op”, vertelt inlichtingenofficier Marcel van Vugt van het USAR-team per telefoon vanuit Haïti. „Eerst vonden de reddingswerkers de hand van de vrouw. Toen hoorden ze heel zachte babygeluiden en kon het kind worden gered. Daar doen we het allemaal voor.”Wat viel u de afgelopen week in Haïti vooral op?
„De catastrofale omvang van de ramp. De enorme verwoesting. De hoeveelheid reddingsteams. De afgelopen week hebben 46 teams met 160 honden 126 mensen kunnen redden.”
Eind vorige week arriveerde het USAR-team (zo’n zestig mensen en acht speurhonden), na oponthoud, in Haïti. Het team is verdeeld in groepen van tien mensen. Binnen zo’n tienkoppige groep zitten één commandant, een specialist in zoekapparatuur, één verpleegkundige, twee hondenbegeleiders en vijf reddingswerkers.
In totaal konden de Nederlandse reddingswerkers drie mensen uit het puin bevrijden. Het waren de eerste levensreddende acties in het bestaan van het USAR-team. In Haïti redde het team niet alleen de moeder en haar dochtertje. Ook assisteerde het USAR-team afgelopen weekend bij de redding van een 50-jarige man.
De reddingswerkers konden zeven omgekomen Nederlanders bergen. In een hotel wisten de reddingwerkers bijvoorbeeld een Nederlands echtpaar en twee adoptiekinderen te traceren. „Zo’n actie gaat je niet in de koude kleren zitten. We hebben in ieder geval kunnen voorkomen dat deze mensen in een anoniem massagraf zouden worden gelegd.”
Indrukwekkend vond Van Vugt dat het USAR-team een vader duidelijkheid kon geven over zijn vermiste dochter. Die bleek te zijn overleden. „De man liep in de puinhopen rond met een schuldcomplex. Hij wilde zekerheid of zijn dochter echt was overleden. Onze speurhonden konden haar vinden. Daar was de man dankbaar voor. Hij zei: „Ik kan mijn dochter nu in Gods handen geven.””
De kans op overlevenden in de puinhopen nam zeker de laatste dagen snel af. „Mensen komen niet meer naar je toe met de vraag of je ergens wilt zoeken.”
Vindt u het jammer dat het reddingsteam weer huiswaarts keert, terwijl er in Haïti nog zo veel nood is?
„Het USAR-team is speciaal opgericht voor hulpacties van tien dagen. Onze taak is in de eerste plaats het redden van mensen. Nu is het moment gekomen om te vertrekken. De voorraden slinken. Andere hulpteams richten zich nu op zaken als opbouw van de infrastructuur, huisvesting en hygiëne.”
Zeker de laatste dagen verleenden de mensen van het USAR-team ook –medische– hand- en spandiensten. „We hebben bijvoorbeeld tenten en medicijnen uitgedeeld. Bij een hospitaal kwamen we een man tegen die zei: „Ik heb twee dingen nodig. Tenten en antibiotica.” Toen antwoordden onze mensen: „Die zaken kunnen wij je leveren.” Hij was heel blij.”