Ambt neerleggen enige mogelijkheid Hendrikse
Ds. K. Hendrikse is het wachten beu, schrijft hij in een brief aan alle leden van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Of is hij misschien teleurgesteld dat hij niet meer in het brandpunt van de kerkelijke belangstelling staat?
Dr. (Klaas) Hendrikse deed twee jaar geleden nogal wat stof opwaaien met zijn boek ”Geloven in een God die niet bestaat”. In dat boek gaf hij een soort atheïstische visie op God. Een God die volgens de predikant uit Zeeland niet bestaat zoals een appeltaart bestaat, maar een God die gebeurt.Na de publicatie van zijn boek kwamen er in de PKN van diverse kanten verzoeken om een onderzoek in te stellen naar de uitlatingen van de Zeeuwse predikant.
Volgens de kerkorde van de Protestantse Kerk dient zo’n onderzoek in eerste instantie gedaan te worden door de classis. Na veel discussie besloot de –inmiddels gefuseerde– classis Zierikzee op grond van ordinantie 10 artikel 14 tot een onderzoek. In die ordinantie wordt nauwkeurig omschreven welke stappen er gezet moeten worden voordat een classis eventueel tot de uitspraak kan komen dat een predikant „zo predikt en leert dat deze de fundamenten van de kerk aantast.” Als de classis dat inderdaad vindt, wordt de zaak doorverwezen naar de generale synode.
Ds. Hendrikse kon na de publicatie van zijn boek amper wachten tot het onderzoek gestart zou worden. Een betere publiciteit kon hij zich niet wensen. Toen dat onderzoek eenmaal van start ging, luwde het enthousiasme echter al snel bij ds. Hendrikse en zijn kerkenraad. Want aandacht is één ding, maar een onderzoek, waarin hij plots in de beklaagdenbank terechtkwam, is natuurlijk heel iets anders.
Ds. Hendrikse vindt het ineens niet leuk meer. En daarom trekt hij zich nu eenzijdig terug uit het onderzoek en weigert verdere medewerking. Hij vindt dat de classis de zaak nu maar over moet doen aan de synode.
Je hoeft geen kerkjurist te zijn om te snappen dat dit de wereld op z’n kop is. Het is namelijk niet ds. Hendrikse die een onderzoek instelt, maar de classis. En dus is het ook niet aan ds. Hendrikse te besluiten dat onderzoek te stoppen. Dat kan alleen de classis doen.
Ds. Hendrikse schrijft in zijn brief dat hij dan desnoods maar uit het ambt gezet moet worden. Alles beter dan een tot zijn emeritaat slepend onderzoek. Want de vraag is volgens hem niet of zijn opvattingen de fundamenten van de kerk aantasten, maar of die fundamenten nu nog eens bijgesteld gaan worden.
Ds. Hendrikse meent zeker te weten dat hij zich met zijn uitlatingen níét beweegt in de weg van het belijden van de Protestantse Kerk in Nederland. Voor hem is het onderzoek dus afgerond en is de uitkomst helder. De enige logische vervolgstap op zo’n conclusie is dat de predikant zijn ambt neerlegt of zich onttrekt aan de Protestantse Kerk.