Bij zijn aantreden in 2006 (toen ook nog met de VVD) stelde het college van burgemeester en wethouders 55 doelstellingen op. Negen beloftes zijn helemaal niet gehaald, bij vier ambities daarvan speelden de economische crisis parten. De Rekenkamer concludeerde na onderzoek dat 20 procent van de doelstellingen bijna is gehaald. Over circa 16 procent van de doelstellingen kan de Rekenkamer geen uitspraak doen, omdat bijvoorbeeld daarvoor de gegevens (nog) ontbreken.Vooral op economisch gebied kon het stadsbestuur de eigen ambities niet waar maken en ook op het gebied van veiligheid bleef het college achter op de doelen. Op sociaal gebied scoorde het gemeentebestuur wel goed.

De wethouders blikten vorige week zelf een stuk zonniger terug op de collegeperiode. In het eigen eindverantwoordingsverslag concludeerde het college dat 44 doelstellingen volledig of voor meer dan 80 procent zijn gehaald. „Het college heeft de resultaten over het algemeen positiever ingekleurd", aldus Paul Hofstra, directeur van de Rekenkamer. „Het college vindt dat de stad er beter voor staat dan vier jaar geleden, maar dat is een heel andere vraag dan de Rekenkamer zich heeft gesteld: Heb je op de mat gelegd wat je hebt beloofd?"

Hofstra zei dat het moeilijk is om een vergelijking te maken met het vorige college, waarin onder meer Leefbaar Rotterdam zat. „Je kan alleen kijken hoe beide colleges hebben gescoord ten opzichte van de eigen ambities. Die percentages ontlopen elkaar niet veel".