Nieuwe president Tsjechië geen vriend van Brussel
”Vaclav is dood! Leve Vaclav!” schreef een krant in Praag na zijn verkiezingsoverwinning. Vanaf vrijdag is de centrumrechtse Vaclav Klaus (61) de nieuwe president van Tsjechië en daarmee de opvolger van zijn aartsrivaal Vaclav Havel, die op 2 februari zijn ambt neerlegde. Voortaan zal er vanuit de Praagse Burcht, de ambtswoning van de president, een heel ander geluid te horen zijn.
Zijn verkiezing kan Klaus niet direct toeschrijven aan zijn populariteit. Niet minder dan drie verkiezingen moesten eraan te pas komen om hem benoemd te krijgen. Pas in de derde ronde van de laatste verkiezing wist Klaus vorige week vrijdag 142 van de 281 parlementsleden en senatoren achter zich te krijgen, één stem meer dan de benodigde meerderheid.
Tegenstander van Klaus bij de laatste verkiezingen was Jan Sokol, de kandidaat van de regeringscoalitie bestaande uit sociaal-democraten (CSSD), christen-democraten/Tsjechische Volkspartij (KDU-CSL) en de Vrijheidsunie/Democratische Unie (US-DEU). De rector van de Praagse Karelsuniversiteit -evenals Havel afkomstig uit de mensenrechtenbeweging Charta ’77- kreeg slechts 124 stemmen.
De verkiezing van Klaus legde daarmee opnieuw de innerlijke verdeeldheid binnen de CSSD bloot. Evenals in de twee voorafgaande verkiezingen stemde een aantal sociaal-democraten niet op hun ’eigen’ kandidaat. De dissidenten van afgelopen vrijdag bevinden zich in het kamp van voormalig CSSD-partijleider en ex-premier Milos Zeman. Die leed bij de vorige verkiezingen een pijnlijke nederlaag doordat een groep partijgenoten rond huidig premier Spidla tegen hem stemden. Zemans aanhangers namen daarop wraak door bij de laatste verkiezingen niet op Sokol te stemmen.
De tweede reden voor Klaus’ overwinning is het optreden van de communistische partij (KSCM). De communisten stemden voor Klaus omdat ze in hem een goede bondgenoot zien in de kwestie rond de Sudeten-Duitsers. Sokol noemde de gedwongen verdrijving van deze groep ’Tsjechische’ Duitsers na de Tweede Wereldoorlog, ooit eens „schandelijk.”
De KSCM, die nog altijd graag het spookbeeld van Duitsers als agressors oproept, verklaarde bij monde van partijleider Miroslav Grebenicek reeds voor de verkiezing op Klaus te zullen stemmen. „Wij willen elke poging voorkomen om de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog ongedaan te maken”, aldus Grebenicek.
Tijdens de harde campagne voor de parlementsverkiezingen vorig jaar liet Klaus zich meerdere malen in zeer scherpe bewoordingen uit over de Sudeten-Duitsers.
Met zijn verkiezing tot president is Klaus weer helemaal terug op het politieke toneel. Na de val van het communisme in 1989 was hij van 1990 tot 1992 minister van Financiën van -toen nog- Tsjechoslowakije. Als premier was hij, samen met de nationaal-populistische Slowaak Vladimir Meciar, in 1993 een van de drijvende krachten achter de afscheiding van Slowakije. In zes maanden tijd regelden beiden de opdeling van Tsjechoslowakije. Dat leverde Klaus de bittere vijandschap van president Havel op. Die verzette zich fel tegen de splitsing en stapte zelfs op als president.
Havel pakte zijn ambt echter weer op -ditmaal als president van Tsjechië- en was gedwongen om tot 1997 met premier Klaus samen te werken. In die jaren vormde Klaus -een groot bewonderaar van de voormalig Britse premier Margaret Thatcher- de communistische planeconomie in ijltempo om tot een moderne markteconomie. Met een streng fiscaal beleid zette hij de eerste stappen op weg naar prijsliberalisatie. In 1997 moest hij aftreden vanwege betrokkenheid bij de illegale financiering van zijn partij, de Democratische Burgerpartij (ODS). President Havel werkte destijds hard mee aan het beëindigen van zijn premierschap.
De ODS leek ten dode opgeschreven en Klaus’ politieke einde nabij. Toch slaagde de ultraliberaal erin zijn partij nieuw leven in te blazen. Bij de verkiezingen van 1998 kreeg de ODS slechts 4 procent minder stemmen dan de winnende CSSD van Zeman. Doordat Zeman geen absolute meerderheid wist te verwerven en niet in staat bleek een regeringscoalitie te vormen met een van de andere partijen, sloot hij met Klaus een ”oppositieakkoord”: in ruil voor politieke concessies zou de ODS de minderheidsregering van Zeman gedogen. Klaus was daarop vier jaar lang parlementsvoorzitter.
Na het verlies van de parlementsverkiezingen vorig jaar juni legde Klaus het voorzitterschap van zijn partij neer en had hij nog slechts één ambitie: het presidentschap van Tsjechië. Dat doel heeft de politicus, die vaak wordt omschreven als autocratisch en tweedrachtzaaiend, nu bereikt.
Met Klaus als president zal er vanuit de Praagse Burcht een andere wind gaan waaien, hoewel het presidentschap in Tsjechië voornamelijk van ceremoniële aard is. Van een president die boven de partijen staat en alle Tsjechen aan zich weet te binden, is niet langer sprake. Daarvoor is de controversiële Klaus te lang betrokken geweest bij de partijpolitiek. Weliswaar heeft hij beloofd, geen van de 10 miljoen Tsjechen te willen teleurstellen, maar het is zeer onwaarschijnlijk dat hij ooit de populariteit van Havel zal weten te evenaren.
Ook in Brussel zal niet iedereen even blij zijn met Klaus. Herhaaldelijk heeft de nieuwe president zich zeer sceptisch uitgelaten over de Europese Unie: „Tsjechië zou in de EU wel eens kunnen verdwijnen als suiker in de koffie.”
Omdat hij geen alternatieven ziet, heeft hij zijn landgenoten wel opgeroepen om in juni voor toetreding te stemmen. Van verdere eenwording of federalisering is Klaus echter een fel tegenstander. Niemand in Praag lijkt op dit moment dan ook zijn geld te willen inzetten op een Tsjechisch ja.
Ook in Washington zullen ze minder blij zijn met Klaus. Havel was een van de leden van ”de bende van acht”, een groep Europese landen die zich in het conflict rond Irak via een open brief onomwonden achter de Verenigde Staten schaarden. Klaus uitte kritiek op het feit dat Havel zijn handtekening onder deze brief had geplaatst. Klaus zit in de kwestie Irak meer op de lijn van Berlijn en Parijs.
De centrumlinkse regering vecht intussen om haar voortbestaan. Premier Spidla heeft aangekondigd naar aanleiding van het verkiezingsdebacle in het parlement de vertrouwensvraag te willen stellen. Aangezien de coalitie over een flinterdunne meerderheid van 101 van de 200 zetels beschikt, houden politieke waarnemers in Praag serieus rekening met de val van het centrumlinkse kabinet. Dat zou Klaus’ overwinning compleet maken.