De Indiase Archeologische Dienst heeft van het hooggerechtshof van Lucknow vier weken de tijd gekregen om met een rapport te komen.

De vernieling van de moskee in Ayodhya, 400 kilometer ten oosten van New Delhi, leidde destijds tot rellen die aan zo’n 2000 mensen het leven kostten. Toen radicale hindoegroepen vorig jaar februari actie voerden om een tempel te bouwen op de plaats van de vernielde moskee, die zij beschouwen als de geboorteplaats van hun god Ram, kwam het tot rellen in de deelstaat Gujarat, waarbij opnieuw zo’n 1000 doden vielen.

Om verder bloedvergieten te voorkomen heeft het Indiase hooggerechtshof alle religieuze activiteit op de plek verboden, maar de radicale hindoegroepen blijven hun eis kracht bij zetten. Vorige maand kwamen zij in New Delhi bijeen om de regering, die wordt gedomineerd door hun geestverwanten, onder druk te zetten.

In Ayodhya liggen al honderden stenen pilaren en beelden van goden en godinnen klaar die zij hebben laten vervaardigen ten behoeve van een nieuwe tempel.

In de eeuwenoude Indiase geschiedenis zijn veel belangrijke gebouwen boven op oudere gebouwen neergezet. Zo liggen volgens sommige archeologen onder de ruïne van een hindoetempel in Ayodhya resten van een boeddhistisch heiligdom.