Geboortepiek op Düne
Het piepkleine eilandje Düne naast Helgoland, zo’n 80 kilometer uit de kust van Noord-Duitsland, is onmiskenbaar een van de mooiste en bijzonderste plekken in de Noordzee. Zeker in december, als er tientallen jonge zeehondjes worden geboren. En er is goed nieuws: het is jaren geleden dat er zo veel zeehondenbaby’s ter wereld kwamen.
Terwijl Lenie ’t Hart moord en brand schreeuwt vanwege de enorme toestroom van ‘zieke’ zeehondjes maken biologen welhaast een vreugdedans. Het aantal grijze zeehonden (kegelrobben) in de Waddenzee is het afgelopen jaar met 400 toegenomen tot ruim 2100. Dat blijkt uit tellingen van onderzoeksinstituut Imares van de Wageningen Universiteit, uitgevoerd in oktober.Opnieuw lijken er records te gaan sneuvelen. Volgens een biologe op Düne zijn er inmiddels ruim tachtig baby’s van de grijze zeehond geboren. Dat is volgens haar niet eerder gebeurd. De kegelrobben daar zijn bovendien gezonder dan ooit, dankzij het verbeterde ecosysteem. De paniekverhalen van de zeehondenopvang in het Groningse Pieterburen begrijpt ze dan ook niet. De enige verklaring die ze kan bedenken, is dat door de enorme hoeveelheid jonge zeehondjes automatisch ook het aantal verdwaalde dieren toeneemt. Het een is dus een gevolg van het ander. Imares bevestigt die visie.
Het instituut constateert dat de grijze zeehond langzamerhand de hele Waddenzee in zijn bezit neemt. Gedurende de middeleeuwen verdwenen de dieren langzamerhand uit de Waddenzee, om er pas weer rond de jaren negentig van de vorige eeuw terug te keren. En sindsdien gaat het met de aantallen crescendo, met een opmerkelijke piek vorig jaar. In Denemarken en Duitsland worden in dezelfde periode tellingen gehouden als in Nederland. En als er in Denemarken minder zeehonden worden waargenomen, dan zijn die gewoon de grens overgestoken.
Kortom, het gaat uitstekend met de zeehond in het algemeen en met de kegelrob in het bijzonder. Opvang is dan ook eigenlijk niet nodig en kan zelfs gevaarlijk zijn voor de populatie, vindt biologe Sophie Brasseur van Imares. „Veel zeehonden in een kleine ruimte bij elkaar plaatsen, betekent dat zich mogelijk allerlei onbekende virussen ontwikkelen die na het uitzetten gevolgen kunnen hebben voor de andere dieren. Het is een natuurlijk proces dat de dieren een maand lang door de moeder worden achtergelaten op het strand. In die tijd verandert hun spijsvertering en kweken ze spieren.” Afblijven dus, vindt Brasseur. De tachtig zeehondenkleintjes op het strand van Düne laten het hart van iedere natuurliefhebber sneller kloppen. Vooral in de puppytijd, als de diertjes met hun witte vacht her en der verspreid liggen op het strand, bevinden zich dagelijks honderden toeristen op het eilandje.