Milieudefensie en de vier Nigerianen spanden een zaak aan tegen Shell in Nederland en Shell Nigeria wegens vervuiling in het Afrikaanse land. Shell wierp op de eerste zitting, op 3 december, de vraag op of een Nederlandse rechter wel bevoegd is om Shell Nigeria ter verantwoording te roepen. Nu die vraag met ’ja’ is beantwoord, legt het olieconcern zich bij de kwestie neer.Op 10 februari komt de zaak voor de rechter. Dan wordt ingegaan op onder meer de vermeende vervuiling en de mogelijke aansprakelijkheid daarvoor van Shell en de Nigeriaanse dochter Shell Petroleum Development Company (SPDC).

De vier Nigerianen komen uit de dorpen Oruma, Goi en Ikot Ada Udo in de olierijke Nigerdelta. De zaak draait onder meer om de olielekkage in Oruma in juni 2005 waardoor visvijvers en landbouwgrond onbruikbaar werden. Volgens Shell werd de lekkage veroorzaakt door sabotage.

Milieudefensie liet woensdag weten „blij" te zijn met de uitspraak van de Haagse rechtbank en noemde het „een eerste overwinning voor alle Nigerianen". Volgens de milieuorganisatie vervuilt Shell het leefgebied in de Nigerdelta en proberen de bewoners dit al jaren aan de kaak te stellen. „De olielekkages zijn geen incidenten, maar passen in een patroon van systematische en ernstige vervuiling en minachting van de rechten van de lokale bevolking".

Shell is „teleurgesteld" over de uitspraak van de Haagse rechter. „Er zijn valide argumenten op basis waarvan de rechter had kunnen concluderen dat hij geen bevoegdheid heeft te oordelen over SPDC in deze volledig Nigeriaanse aangelegenheid", aldus het olieconcern.