Overzicht van onderhandelende partijen in Kopenhagen
Voor een buitenstaander is het overzicht tussen de onderhandelende partijen ver te zoeken. De partijen zijn te verdelen in twee hoofdgroepen: de rijke Annex 1-landen en de ontwikkelingslanden, verenigd in de G77. Een toelichting.
G77De G77 vertegenwoordigt 130 ontwikkelingslanden. Deze partij eist dat de rijke landen hun CO2-uitstoot in 2020 met 40 procent hebben teruggedrongen. Verder willen ze geld om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen en de beschikking over schone technologie om hun industrie onafhankelijk van olie te maken. Ze stoten 42 procent van de broeikasgassen uit, dragen 19 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigen 79 procent van de wereldbevolking.
De G77 bestaat uit een aantal subgroepen.
China: Grootste ontwikkelingsland en één van de twee zwaargewichten tijdens de onderhandelingen. Wil nieuwe uitstoot, die ontstaat door economische groei, met 40 tot 45 procent terugbrengen in 2020. China stoot 21 procent van de broeikasgassen uit, draagt 6 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigt 20 procent van de wereldbevolking.
Brazilië en India: Ze hebben geen harde doelen voor emissiereductie, hoewel India vrijwillig de reductie wil terugbrengen met 20 tot 25 procent in 2020 ten opzichte van 2005. Beide landen stoten samen 6 procent van de broeikasgassen uit, dragen 4 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigt 20 procent van de wereldbevolking.
Afrikaanse Unie: Bestaat uit de 50 allerarmste landen. De Unie wil dat de rijke landen hun emissie met 40 procent terugbrengen in 2020 ten opzichte van 1990. Ze liepe weg uit de onderhandelingen toen bleek dat hun eisen geen gehoor vonden bij de rijke landen. De Afrikaanse Unie stoot 3 procent van de broeikasgassen uit, draagt 2 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigt 13 procent van de wereldbevolking.
Kleine eilandstaten: Deze groep bestaat uit 39 landen met de meest urgente argumenten om de uitstoot van broeikasgassen drastisch te reduceren. Sommigen zullen in de zee verdwijnen als de zeespiegel stijgt. Ze eisen een reductie van 85 procent in 2050 ten opzichte van 1990. Deze landen stoten 1 procent van de broeikasgassen uit, dragen 1 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigen 1 procent van de wereldbevolking.
OPEC: Bestaat uit de negen grootste olieproducerende landen. Willen financiële compensatie als de olie-inkomsten dalen, wanneer de wereld overstapt op duurzame energie. Ze stoten 6 procent van de broeikasgassen uit, dragen 2 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigen 3 procent van de wereldbevolking.
Regenwoudencoalitie: Groep van dichtbeboste landen. Ze willen geld voor de aanplant van nieuwe bossen en de handhaving van bestaande wouden. Hun eisen hebben goede ontvangst bij leidende naties. Ze stoten 4 procent van de broeikasgassen uit, dragen 3 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigen 19 procent van de wereldbevolking.
Annex-1 landen
De rijke landen die het Kyotoprotocol hebben ondertekend. Ze hebben zich verbonden aan een reductie van 8 procent in 2012 ten opzichte van de uitstoot van 1990. De VS heeft dit protocol echter niet ondertekend. Deze landen stoten 51 procent van de broeikasgassen uit, dragen 75 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigen 19 procent van de wereldbevolking.
De Annex-1 landengroep bestaat uit een aantal subgroepen.
Verenigde Staten: Eén van de twee zwaargewichten bij de onderhandelingen. Heeft de grootste uitstoot per hoofd van de bevolking. De VS stoten 20 procent van de broeikasgassen uit, dragen 30 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigen 5 procent van de wereldbevolking.
Europese Unie: Is op weg met emissiereductie. Haalt de Kyotoafspraken voor 2012. Willen reductie van 30 procent bewerkstelligen in 2020 ten opzichte van 1990. De EU stoot 15 procent van de broeikasgassen uit, draagt 25 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigt 8 procent van de wereldbevolking.
Voormalige Sovjetrepublieken: Willen verder met Kyotoprotocol. Door achteruitgang van de economie houden ze ruimschoots emissierechten over, die ze kunnen verhandelen met andere annex-1 landen. Ze stoten 9 procent van de broeikasgassen uit, dragen 2 procent bij aan het wereldinkomen en vertegenwoordigt 4 procent van de wereldbevolking.